Omgaan met sociale vraagstukken P2- Les 5

Omgaan met sociale vraagstukken

Les 5

Schuldhulpverlening
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Omgaan met sociale vraagstukken

Les 5

Schuldhulpverlening

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-  Je beschrijft 2 voorwaarden van
rood staan
- Je somt 3 nadelen op van rood staan.
-  Je vat criteria samen over wanneer jij
een lening nemen oké vindt
- Je bedenkt voorbeelden waarin een
sociaal werker preventief werkt
(op het gebied van schulden)  
- Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer heb je een problematische schuld?
A
Schulden die zo hoog zijn dat mensen erdoor in de problemen komen
B
Schulden die zonder hulp niet binnen 3 tot 5 jaar volledig afgelost kunnen worden
C
Schulden waarvoor je de WSNP nodig hebt
D
Schulden veroozaakt door een overbestedings- en aanpassingsschuld

Slide 3 - Quizvraag

Welke taak hoort NIET bij een sociaal werker
A
Het schrijven van een budgetplan
B
Oorzaken en onderliggende problematiek signaleren
C
Inkomsten/uitgaven in kaart brengen samen met evt schulden
D
Het doen van betalingen namens de cliënt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is één van de kerntaken
van een sociaal werker bij schuldhulpverlening?
A
Het opstellen van een budgetplan
B
De aanvraag van de WSNP
C
Het goed uitvragen van alle levensterreinen
D
Coaching

Slide 5 - Quizvraag

Rood staan
Als je rood staat, is er geld van je rekening gehaald terwijl er eigenlijk niet genoeg geld
op stond. Zo kun je dus toch pinnen en je rekeningen betalen. 
Je leent geld van de bank. 

Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. 
  1. Zo is er een maximum bedrag dat je rood kunt staan. Dat is je limiet
  2. Ook moet je vaak minstens één keer per maand positief staan.
     

Slide 6 - Tekstslide

Voor rood staan moet je rente betalen. Dat kost je dus geld.
Andere nadelen van rood staan zijn:

  1. Het kan lastig worden om het tekort weer aan te vullen, omdat je eigenlijk steeds net iets meer uitgeeft dan je werkelijk hebt.
  2. Als je je limiet hebt bereikt, kan je helemaal niet meer pinnen. Ook kunnen er geen rekeningen worden afgeschreven.
 
De mogelijkheid om rood te kunnen staan is een keuze. Je kunt bij de bank aangeven of je
dit wel of niet wilt. Als je er niet voor kiest, dan kun je niet meer pinnen als er niks meer
op je rekening staat. 
De mogelijkheid om wel rood te kunnen staan, is er vanaf je 18e jaar.
Dan ben je financieel zelf verantwoordelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Mee eens of niet meer eens?
In welke situaties vind jij een lening of rood staan oké?
Mee eens (lening is een goed idee)
ga aan de linkerkant van het lokaal staan
Mee oneens (lening is geen goed idee)
ga aan de rechterkant van het lokaal staan

Slide 8 - Tekstslide

  • Jayden gaat bij zijn oma op bezoek. Hij kan niet meer pinnen omdat hij zijn limiet bereikt heeft. Maar zonder bloemetje bij oma aan komen vindt hij ook zo raar.
  • Melanie heeft een feestje maar geen geld voor feestkleding. Haar baantje is net gestopt, dus de komende tijd heeft ze geen inkomsten. Over een week wordt haar laatste salaris gestort.
  • Wesley is blut en ontslagen, net nu die telefoon in de aanbieding is. Die kan hij toch niet laten liggen?
  • Jasmina heeft een feestje maar geen geld voor een cadeautje. Over een week wordt haar salaris gestort. 
  • Salima zit op het terras. Haar vriendin vertelt geen geld te hebben voor de (al opgedronken) drankjes. Schiet jij het voor, ondanks dat jij ook weinig te besteden hebt?

Slide 9 - Tekstslide

Gezamelijke criteria?
Wat zijn gezamenlijke criteria voor het oké vinden van een lening?

  • Alleen als je weet dat je binnenkort weer geld krijgt om het terug te betalen.
  • Alleen voor noodzakelijke uitgaven en niet voor luxe uitgaven.
  • Alleen tot een bepaald bedrag.
  • Alleen als de aankoop een investering is, waardoor je kan zorgen dat je bv. (meer) inkomsten hebt (zoals studie)

Slide 10 - Tekstslide

Onderzoek wijst uit....
de focus van hulpverlening zou moeten liggen 
op het voorkomen van schulden
in plaats van begeleiding wanneer er al schulden zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk ik je groepje wat een sociaal werker kan doen 
in het voorkomen van schulden. 
Pitch jullie idee

Wees zo concreet mogelijk!
timer
0:18

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een pitch
Een pitch, of, met de volledige naam “elevator pitch” is een boodschap van een minuut.
Binnen deze tijd breng je werk of een idee zo duidelijk onder woorden. 
Zorg dat de andere partij op zijn minst zeer geïnteresseerd raakt. 

Tip: spreek duidelijk en kijk mensen aan
Tip: lees niet alles voor
Tip: zorg dat wij snappen wat jij zegt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hulp bij praktische zaken
Het ‘kunnen’ kan gestimuleerd worden door aandacht te hebben voor financiële competenties.

Volgens het Nibud gaat het dan om vier vaardigheden: 
1. voldoende inkomsten genereren, 
2. geldzaken organiseren (in kaart brengen en overzicht maken), 
3. verantwoord besteden (inzicht en keuzes), 
4. voorbereid zijn op (on)voorziene gebeurtenissen

Slide 15 - Tekstslide

Voorlichting
- Wijzer in geldzaken (https://www.wijzeringeldzaken.nl)
- Geld lessen (https://geldlessen.nl)
- Week van het geld (https://www.weekvanhetgeld.nl)
- Zie ook tips/ sites les 4

Let op: weten is nog geen doen!!!

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie:
- Hoe vind je de lessen tot nu toe?
- Wat doe ik goed en wat kan beter?

Slide 17 - Open vraag