2HV Keuze-opdracht Lezen H1-H3

Hoe te antwoorden op de toets?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe te antwoorden op de toets?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
Slacklinen
A
Dit antwoord is inhoudelijk goed.
B
Dit antwoord is inhoudelijk onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
Slacklinen
A
Dit antwoord is goed geformuleerd.
B
Dit antwoord is niet goed geformuleerd.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
Slacklinen

De leerling krijgt....
A
de punten voor een juist antwoord.
B
de punten voor een juist antwoord, maar geen bonus.
C
geen punten voor het antwoord.
D
geen punten voor het antwoord, maar verlies (nog) niet zijn bonus.

Slide 4 - Quizvraag

Doel
Je weet wat er van je verwacht wordt bij het beantwoorden van vragen tijdens de toets.
We herhalen signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken opdracht
Je hebt de afgelopen weken (nieuwe) kennis opgedaan met betrekking tot leesvaardigheid.
De opdracht was de kennis die je hebt opgedaan toe te passen op een tekst door zelf vragen te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel procent van de leerlingen heeft de opdracht gemaakt?
A
100%
B
80%
C
60%
D
minder dan 60%

Slide 7 - Quizvraag

18 leerlingen hebben de opdracht ingeleverd. Hoeveel daarvan hebben de vraag "Wat is het onderwerp?" inhoudelijk goed beantwoord?
A
7
B
11
C
13
D
18

Slide 8 - Quizvraag

11 leerlingen hebben de vraag inhoudelijk goed beantwoord.
Hoeveel leerlingen van die 11 hebben de vraag herhaald in het antwoord?
A
3
B
6
C
8
D
10

Slide 9 - Quizvraag

8 leerlingen hebben de vraag herhaald in hun antwoord.
Hoeveel leerlingen van die 8 hebben geen fouten gemaakt in spelling, hoofdletters en leestekens?
A
0
B
2
C
4
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Conclusie
40% - geen punten, omdat ze de vraag niet gemaakt hebben.
20% - geen punten op basis van inhoud
10% - geen punten o.b.v. vraag niet herhalen in het antwoord.
20% - wel punten voor de vraag, aftrek voor spelling

10% van de leerlingen krijgt het volledig aantal punten zonder aftrek voor spel-, formulerings- en interpunctiefouten.


Slide 11 - Tekstslide

Het onderwerp van de tekst is de verslaving die sommige mensen hebben aan shoppen.
A
Dit antwoord is goed geformuleerd.
B
Dit antwoord is niet goed geformuleerd.

Slide 12 - Quizvraag

Het onderwerp van de tekst is de verslaving die sommige mensen hebben aan shoppen.

Inhoudelijk niet fout. Wat moet er beter om de punten hiervoor te krijgen? Corrigeer het antwoord.

Slide 13 - Open vraag

In zijn reguliere Mr. Frank Visser doet uitspraak zou hij dit dispuut ter plaatse hebben onderzocht en opgelost, maar voor het dagelijkse Mr. Frank Visser: wordt u al geholpen? (SBS) hoeft de voormalige rijdende rechter zijn kantoorstoel niet meer uit.
A
Ter plaatse is een signaalwoord voor een tegenstelling.
B
Maar is een signaalwoord voor een tegenstelling.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen citeren en parafraseren?

Slide 15 - Open vraag

Waar bestaat de tegenstelling uit?
In zijn reguliere Mr. Frank Visser doet uitspraak zou hij dit dispuut ter plaatse hebben onderzocht en opgelost, maar voor het dagelijkse Mr. Frank Visser: wordt u al geholpen? (SBS) hoeft de voormalige rijdende rechter zijn kantoorstoel niet meer uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Waar bestaat de tegenstelling uit?

De tegenstelling bestaat uit
A
regulier versus dagelijks
B
op locatie versus vanuit zijn bureaustoel
C
op locatie versus op kantoor
D
ter plaatse versus voormalige

Slide 17 - Quizvraag

'Waar bestaat de opsomming uit?'
is dezelfde vraag als
'Waarvan is dit een opsomming?'
A
Deze uitspraak is juist.
B
Deze uitspraak is onjuist.

Slide 18 - Quizvraag

Wat moet je vooral niet doen bij de uitwerking van je antwoorden?
--------
A
een regel overslaan tussen de antwoorden
B
de vraag herhalen in je antwoord
C
onnodig krassen in antwoorden die je wil verbeteren
D
bij multiplechoice vragen alleen met een hoofdletter beantwoorden

Slide 19 - Quizvraag

Laatste les onderdeel Lezen
Dit is de laatste les die we besteden aan het onderdeel Lezen H1-H3 voor het proefwerk.

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan de hoofd- en bijzaken uit een tekst halen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan een korte samenvatting maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik ken de verschillende verbanden met de signaalwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Ik zou nog extra willen oefenen.
Ja, graag zelfs.
ja, ik denk dat het verstandig is.
Nee, ik beheers alle onderdelen goed.
Nee, ik beheers de onderdelen niet goed, maar ik gok het erop.

Slide 24 - Poll

Ik weet hoe ik vragenmoet beantwoorden op de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll