3.5 en 3.6 De regering en het parlement

3.5 en 3.6 Regering en parlement
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

3.5 en 3.6 Regering en parlement

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Na deze les...
- kan je beschrijven hoe een verkiezingsuitslag leidt tot een kabinet
- kan je de verhouding tussen het kabinet en het parlement beschrijven
- de taken van het parlement noemen
- de rol van de koning benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk 3.5 en 3.6
Wat: 3.5: vraag 2, 5, 7 en 11  & 3.6: vraag 2, 7 en 10
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding tentamen
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg zachtjes, eventueel docent
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Lees de paragraaf nog eens door



timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Regering/kabinet
Kabinet = ministers + staatssecretarissen

Dagelijkse leiding Nederland

Leider kabinet: minister-president (premier) Schoof

Slide 4 - Tekstslide

Kabinetsformatie: hoe komt het kabinet tot stand? 
/'

  • 1. Uitslag verkiezingen
  • 2. Onderzoek: Wie wil een coalitie (samenwerkingsverband) vormen?
  • 3. Onderhandelingen (compromissen sluiten)
  • 4. Leden gezocht kabinet / regering
  • 5. Regeerakkoord = plannen voor de komende 4 jaren
  • Andere partijen vormen de oppositie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Het gaat nogal eens fout. Redenen kabinetscrisis? 
  • Onenigheid ministers
  • Tweede Kamer zegt steun op

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen: Na deze les...
- kan je beschrijven hoe een verkiezingsuitslag leidt tot een kabinet
- kan je de verhouding tussen het kabinet en het parlement beschrijven
- de taken van het parlement noemen
- de rol van de koning benoemen

Slide 8 - Tekstslide

Het parlement
  • Het parlement = De Eerste en Tweede Kamer samen
  • Tweede Kamer = 150 leden = direct gekozen 
  • Eerste Kamer = 75 leden gekozen door Provinciale Staten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Verhouding parlement-kabinet
  • Taken kabinet: Ministers mogen wetsvoorstellen maken en voeren de wetten uit
  • MAAR het parlement moet eerst toestemming geven en kan het vertrouwen in het kabinet opzeggen
  • Het parlement heeft altijd het laatste woord en is dus het machtigst

Slide 12 - Tekstslide

Schematisch

Slide 13 - Tekstslide

1. Wetgevend
2. Controleren van het kabinet
Vak K
Ministers en staatssecretarissen

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen: Na deze les...
- kan je beschrijven hoe een verkiezingsuitslag leidt tot een kabinet
- kan je de verhouding tussen het kabinet en het parlement beschrijven
- de taken van het parlement noemen
- de rol van de koning benoemen

Slide 15 - Tekstslide

Het Parlement
Het parlement heeft twee kerntaken:
  • Wetgevende taak (het beslissen over wetten)
  • Controlerende taak (het controleren of de regering goed haar werk doet)

Slide 16 - Tekstslide

Wetgevende taak
Recht
Uitleg
Stemrecht
Stemmen over wetsvoorstellen
Budgetrecht
Recht om de rijksbegroting af te keuren
Recht van initiatief
Recht om zelf wetsvoorstel in te dienen (Tweede kamer)
Recht van amendement
Recht om wijzigingen in het wetsvoorstel te maken (Tweede kamer)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?
A
controlerende taak, recht van interpellatie
B
wetgevende taak, recht van amendement
C
wetgevende taak , recht van initiatief
D
controlerende taak, recht van initiatief

Slide 19 - Quizvraag

Lesdoelen: Na deze les...
- kan je beschrijven hoe een verkiezingsuitslag leidt tot een kabinet
- kan je de verhouding tussen het kabinet en het parlement beschrijven
- de taken van het parlement noemen
- de rol van de koning benoemen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Koning
  • De koning is het staatshoofd.
  • De koning heeft vrijwel geen (politieke) macht. 

Wat doet ie dan wel?
- handtekeningen zetten onder wetten, benoemen ministers
- De troonrede voorlezen op Prinsjesdag
- En vooral: ons land vertegenwoordigen en verbinden!

Slide 22 - Tekstslide

'De monarchie moet worden afgeschaft'
Eens of oneens en waarom?

Slide 23 - Woordweb

Huiswerk 3.5 en 3.6
Wat: 3.5: vraag 2, 5, 7 en 11  & 3.6: vraag 2, 7 en 10
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding tentamen
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg zachtjes, eventueel docent
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Aan de slag met je PO (17 januari)



Slide 24 - Tekstslide