HAVO 4: Parlementaire democratie 3.5 en 3.6

3.5 De regering regeert
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

3.5 De regering regeert

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen: Na deze les...
- kan je de kabinetsformatie beschrijven 
- kan je taken van het kabinet omschrijven
- uitleggen in welke gevallen het tot een kabinetscrisis kan komen
- de taken van de koning benoemen

Maar eerst een terugblik op de vorige lessen!

Slide 2 - Tekstslide


Vanaf je 18e mag je stemmen
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht

Slide 3 - Quizvraag

Welk uitgangspunt hoort bij het christen-democratie?
A
Duurzaamheid
B
nationalisme
C
gespreide verantwoordelijkheid , naastenliefde
D
kleine rol overheid

Slide 4 - Quizvraag

Grote rol overheid
A
Sociaaldemocraten
B
Liberalen
C
Christendemocraten
D
Allemaal

Slide 5 - Quizvraag

Belangrijke waarden voor de sociaal-democratie zijn...
A
Economische vrijheid en geloof.
B
Gelijkwaardigheid en solidariteit.
C
Naastenliefde en samenwerking.
D
Persoonlijke vrijheid en gelijkwaardigheid.

Slide 6 - Quizvraag

Welke waarde vinden liberalen belangrijk?
A
Solidariteit
B
Eenheid
C
Naastenliefde
D
Vrijheid

Slide 7 - Quizvraag

Een zwevende kiezer is
A
Iemand die niet stemt bij verkiezingen
B
Iemand die altijd op een christelijke partij stemt
C
Iemand die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemt
D
Iemand die altijd zelf ook actief is in de politiek

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Kabinetsformatie (3 fases)
 Na de uitslagen van de verkiezingen:

1. informatiefase
  • - informateur  (eerst verkenner 
  • - welke partijen willen er samenwerken = coalitie -->  PVV - BBB - NSC ??? VVD niet?
  • - de coalitiepartijen stellen een regeerakkoord op = plannen voor de komende jaren
                                        
2. formatiefase
Formateur zoekt ministers en staatssecretarissen (Vaak de nieuwe minister-president Wilders?)

3. Regeringsverklaring en aan de slag


Slide 10 - Tekstslide

Compromissen sluiten
Nooit krijgt één partij zoveel zetels dat ze het allemaal zelf kan beslissen

Daarom moet iedereen water bij de wijn doen = compromissen sluiten

Kijk naar Wilders, die nu al een aantal punten laat varen

Dat kan ook niet anders, want anders wil niemand met hem samenwerken
(en dat geldt net zo goed voor hem als voor andere partijen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Taken kabinet/regering
  • Wetsvoorstellen maken
  • Wetten uitvoeren

  • Het kabinet mag een wet pas uitvoeren, als het wetsvoorstel is goedgekeurd door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer!
                  --> Gaan we het zo over hebben...

Slide 14 - Tekstslide

Kabinetscrisis
Gebeurt nogal eens

En wat kan daarvan de reden zijn? 

En wat zijn de gevolgen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Koning
  • De koning is het staatshoofd.
  • De koning heeft vrijwel geen (politieke) macht. 

Wat doet ie dan wel?
- handtekeningen zetten onder wetten, benoemen ministers
- De troonrede voorlezen
- En vooral: ons land vertegenwoordigen en verbinden!

Slide 17 - Tekstslide

'De monarchie moet worden afgeschaft'
Eens of oneens en waarom?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

§5 Het parlement controleert

Gehad over het kabinet/regering, nu het parlement

Maar wat is het parlement eigenlijk en hoe oefent zij macht uit?

En wat is haar verhouding met de regering?

Slide 20 - Tekstslide

Stelling: "Politici moeten meer dan anderen in staat zijn kwetsende dingen te zeggen."

Slide 21 - Tekstslide

Parlement
Het parlement = De Eerste en Tweede Kamer samen

Tweede Kamer = 150 leden = direct gekozen
Wetgevende en controlerende taken

Eerste Kamer = 75 leden gekozen door Provinciale Staten
Keuren wetsvoorstellen alleen goed óf af

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Het Parlement
Het parlement heeft twee kerntaken:
  • Wetgevende taak (het beslissen over wetten)
  • Controlerende taak (het controleren of de regering goed haar werk doet)

Slide 25 - Tekstslide

Wetgevende taak - Parlement
Recht
Uitleg
Stemrecht
Stemmen over wetsvoorstellen
Budgetrecht
Recht om de rijksbegroting af te keuren
Recht van initiatief
Recht om zelf wetsvoorstel in te dienen (Tweede kamer)
Recht van amendement
Recht om wijzigingen in het wetsvoorstel te maken (Tweede kamer)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?
A
controlerende taak, recht van interpellatie
B
wetgevende taak, recht van amendement
C
wetgevende taak , recht van initiatief
D
controlerende taak, recht van initiatief

Slide 28 - Quizvraag

Waaruit bestaat het parlement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste + Tweede Kamer
D
Koning & ministers

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag
Huiswerk

3.5 en 3.6
3.5: opdracht 2, 5, 7 en 11
3.6: opdracht 2, 7 en 10

PO politieke partijen, deadline 8 december!

Slide 30 - Tekstslide