Les 2 Grondstof melk T4F eiwit

Melksamenstelling Eiwit
Achtergrondmateriaal
Zuivelacademie Basiskennis hfd 5 melksamenstelling)
Oefenvragen melk 4. Eiwitten
PPT Grondstof melk


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Melksamenstelling Eiwit
Achtergrondmateriaal
Zuivelacademie Basiskennis hfd 5 melksamenstelling)
Oefenvragen melk 4. Eiwitten
PPT Grondstof melk


Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN
  1. Opbouw eiwitten uitleggen
  2. Functies van eiwitten kunnen benoemen
  3. Belang Iso Elektrisch Punt Aminozuur
  4. Verschillen tussen Caseïne en serumeiwit benoemen
  5. Effect verhitten op producteigenschappen kunnen toelichten (gerelateerd aan eiwitten)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over melk-eiwitten?

Slide 3 - Woordweb

Wat wil je nog weten over eiwitten?

Slide 4 - Open vraag

Benoem 5 eigenschappen van eiwitten met een zuivelvoorbeeld.

Slide 5 - Open vraag

Opbouw eiwitten
Eiwitten bestaan uit Aminozuren
2 aminozuren = een di-peptide,
Eiwitten zijn poly-peptiden

Slide 6 - Tekstslide

Aminozuren

Amino = NH2 = enige stikstofbron (N) * 6,25
Zuur = COOH, meestal (iets H+) afstaan
R = restgroep, bepaalt eigenschappen ((a)polair)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het kiemgetal van melk bij het verlaten van een (gezonde) uier
A
0
B
10.000
C
1.000
D
100.0000

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan het dat de melk bij het verlaten van de uier licht zuur is?
(pH = 6,7; normzuurtegraad 18 N)
A
Door de vrije vetzuren
B
Door al aanwezige melkzuurbacteriën
C
Door de eiwitten
D
Door het vet en lactose.

Slide 9 - Quizvraag

De R van het Aminozuur is lang en a-polair. Dit betekent?
A
Het Aminozuur is waterminnend
B
Het Aminozuur is vetminnend
C
Het Aminozuur is slecht voor hart- en bloedvaten
D
Het Aminozuur houdt niet van de kou (Noordpool)

Slide 10 - Quizvraag

Bij de stikstofbepaling wordt 0,56% stikstof gevonden. Wat betekent dat voor het eiwit%?
A
0,56%
B
3,5%
C
1,12%
D
5,6%

Slide 11 - Quizvraag

Eigenschappen Caseïne
  • Colloïdaal (grote molecule) opgelost
  • Hittestabiel
  • Gevoelig voor zuur. Maximale uitvlokking bij pH = 4,6
  • A-polair, moeilijk in water oplosbaar.
(voor details: zie powerpoint grondstof melk

Slide 12 - Tekstslide

Eigenschappen serumeiwitten
  • Kleiner dan Caseïne
  • Hydrofiel (sterke watermantel en beter oplosbaar in water)
  • Minder gevoelig voor zuur (vlokt niet uit)
  • Hitte instabiel

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen hitte-instabiliteit
  • Molecuul kan meer water opnemen
  • Kapotte moleculen geven kooksmaak en anti-oxidante werking)
  • Slaan neer op Caseïne
  • Vervuiling van (verhittings)apparatuur
  • Verdwijnen bacterie remmende werking
  • Geven kooksmaak en Maillard reactie met suikers

Slide 14 - Tekstslide

Waar blijven de uitgevlokte serumeiwitten als je melk gaat koken?

Slide 15 - Woordweb

Practicum schuimpjes
Neem het voorschrift door en voer uit
timer
0:30

Slide 16 - Tekstslide