Leesvaardigheid: les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Wat gaan we doen?

• Terugblik
• Lesdoelen
• Uitleg schrijfdoelen en tekstsoorten

• Aan de slag in tweetallen (of individueel)
• Evaluatie

Terugblik

• Eerstvolgende toets: leesvaardigheid H1  t/m H3

• De aankomende lessen nadruk dus op lezen.

• Uitleg theorie leesstrategieën

Lesdoelen

Aan het eind van dit uur...

• .. weet je welke vijf schrijfdoelen er zijn.
• .. kun je het schrijfdoel van de schrijver uit de tekst afleiden.

Vorige keer: leesstrategieën

De 6 leesstrategieën zijn:

- Oriënterend lezen

- Globaal lezen

- Intensief lezen

- Zoekend lezen

- Kritisch lezen

- Studerend lezen

Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van tekst te vinden?

1. Oriënterend lezen
2. Precies lezen
3. Zoekend lezen
4. Globaal lezen

Om de tekst beter te begrijpen, zoek je de betekenis van een onbekend woord op. Je gebruikt de leesstrategie:

1. Globaal lezen
2. Intensief lezen
3. Studerend lezen
4. Zoekend lezen

Je bladert door de inhoudsopgave om te zien waar hoofdstuk 4 van je theorieboek over gaat. Welke leesstrategie gebruik je?

1. Intensief lezen
2. Globaal lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen

Er zijn vijf schrijfdoelen. Welke ken je nog?

Schrijfdoelen

• Amuseren​: vermaken door iets leuks of interessants te vertellen.​
• Informeren​: vertellen wat er gebeurd is of gaat gebeuren; lezers uitleggen hoe iets in elkaar zit.
  
• Opiniëren​: de lezer zelf een mening laten vormen door de verschillende kanten van het onderwerp te belichten. ​
• Overtuigen​: lezers met argumenten overhalen tot een bepaalde mening, een standpunt.​
• Activeren: lezers aanzetten om iets te gaan doen.

Opdracht 3, blz. 14

• Lees tekst 1 oriënterend.
• Beantwoord vraag 1 t/m 5 + vraag 7.
• Over ca. 6 minuten bespreken we de

       antwoorden.

Antwoorden deel opdr. 3

1 zoenen / het waarom van zoenen

2 informeren – Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de derde alinea, waar een
reden voor zoenen wordt besproken. Dat wijst op uitleggen en dus: informeren.

3 alinea 3

4 alinea 4

5 alinea 6

7 constatering

7 constatering 

Opdracht 3, blz. 14

Lees tekst 1 nu intensief en beantwoord vraag 8 t/m 16.

Af? Kijk je werk na! Antwoordenboekjes

liggen op mijn bureau.

Welke vragen van opdracht 3 zou je willen bespreken?

Evaluatie

• Doel behaald? 

      

• Lesinhoud?

• Hoe verlaat je de les? Vrolijk, neutraal of moe?