In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.4 Bij welke groep hoor je?
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Begrippen
Herhaling
Uitleg
Aan het werk
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Begrippen:
Groepsidentificatie
Jongerencultuur
Individualisering
Wij-gevoel
Slide 3 - Tekstslide
Waar hebben we het vorige over gehad?
Slide 4 - Woordweb
Waarom horen mensen bij een groep?
Mensen zijn sociale wezens
Wij hebben anderen nodig om te kunnen functioneren
Slide 5 - Tekstslide
Identificatie
Identificatie = Je herkent bepaalde kenmerken van jezelf bij een ander
Groepsidentificatie = Je voelt je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ontstaat een groepsgevoel? (1)
De plaats waar je vandaan komt. Denk aan mensen die:
in een dorp of juist een stad wonen (Amsterdammers / Rotterdammers).
in een bepaalde provincie wonen (Friezen / Zeeuwen).
afkomstig zijn uit een ander land (Surinamers / Turken).
Slide 7 - Tekstslide
Hoe ontstaat een groepsgevoel? (2)
De religie waar je in gelooft. Bijvoorbeeld:
Het katholicisme
De islam
Het jodendom
Het protestantisme
Het boeddhisme
Slide 8 - Tekstslide
Hoe ontstaat een groepsgevoel? (3)
Wanneer mensen een gezamenlijk belang of probleem hebben. Bijvoorbeeld:
Scholieren
Treinreizigers
Werknemers
Automobilisten
Slide 9 - Tekstslide
Hoe ontstaat een groepsgevoel? (4)
Wanneer mensen een gezamenlijke smaak of interesse hebben. Bijvoorbeeld : op het gebied van hobby, muziek of kleding.
Gamers
Sporters
Kookclubs
Skaters
Slide 10 - Tekstslide
Jongerenculturen
Jongerencultuur = een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten.
Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw:
kwam er meer welvaart.
kregen jongeren meer vrije tijd.
wilden jongeren zich afzetten tegen hun ouders.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke jongerencultuur zie je?
A
Kakkers
B
Skaters
C
Rappers
D
Emo's
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welke jongerencultuur zie je?
A
Sporters
B
Skaters
C
Rappers
D
Stoners
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Welke jongerencultuur zie je?
A
Sporters
B
Skaters
C
Rappers
D
Emo's
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke jongerencultuur zie je?
A
Kakkers
B
Skaters
C
Rappers
D
Sporters
Slide 19 - Quizvraag
individualisering
Invloed kerk neemt af
Individualisering= Persoonlijke vrijheid en ontwikkeling werden steeds belangrijker
Nadelen? (keuze)stress en minder sociale cohesie (eenzaamheid)
Slide 20 - Tekstslide
Beschrijf een positief gevolg van individualisering
Slide 21 - Open vraag
Beschrijf een negatief gevolg van individualisering
Slide 22 - Open vraag
Wij tegenover zij
In een groep ontstaat een wij-gevoel. Dit gevoel wordt nog sterke als er een zij groep is.
Als mensen of bevolkingsgroepen sterk tegenover elkaar staan dan spreken we over polarisatie. De tegenstellingen tussen de groepen krijgen dan de nadruk.
"De islam zal bij een continuering van het huidige wanbeleid het Westen overwinnen en overheersen. Maar dat gebeurt niet zolang ik hier ook maar iets voor het zeggen heb!"
"De Nederlandse cultuur is duizend keer beter dan de islam."
"Ik geloof niet dat Culturen gelijkwaardig zijn. Onze cultuur is veel beter dan de achterlijke islamitische cultuur."
Slide 23 - Tekstslide
Een jongeren cultuur herken je vooral aan...
A
Het beroep van de ouders
B
De bijbaantjes van jongeren
C
De kleding en muziek keuze
Slide 24 - Quizvraag
Als waarden en normen van ouders met jongeren botsen is dit :
A
sociale controle
B
identificatie
C
identiteit
D
generatieconflict
Slide 25 - Quizvraag
Jongeren begroeten elkaar op een eigen manier, bijvoorbeeld door te ‘boksen’. Ouderen geven elkaar een hand. Dit is een voorbeeld van een:
A
Sociale controle
B
Groepsnorm
C
Generatieconflict
Slide 26 - Quizvraag
Mieke draagt vaak dure kleding, omdat haar vriendinnen anders niet met haar om willen gaan. Welk begrip past hierbij?