In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Marketing
Oefentoets
27-01-2021
Samed Çiftçi
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen prijsdiscriminatie & prijsdifferentiatie
A
prijsdiscriminatie gaat over de locatie, prijsdifferentiatie is de leeftijd enzo.
B
Er is geen verschil
C
prijsdiscriminatie gaat over leeftijd enzo, prijsdifferentiatie is de locatie
D
als prijsverschil een gevolg is van kosten verschil, is er prijsdiscriminatie.
Slide 2 - Quizvraag
Prijsdiscriminatie
Wanneer je voor hetzelfde product verschillende prijzen berekent voor mensen, is er sprake van prijsdiscriminatie.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Prijsdifferentiatie
Wanneer de prijsverschillen ontstaan door kostenverschillen wordt dit prijsdifferentiatie genoemd.
Bijvoorbeeld:
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoe heet het als je dezelfde prijs hanteert als de (grootste) concurrent
A
stay-out pricing
B
going-rate pricing
C
follow-the-leader pricing
D
put-out pricing
Slide 7 - Quizvraag
wat is psychologische prijsstelling?
A
De psychologie achter een reclame
B
Hoeveel de klant bereid is om te betalen
C
De prijsbepaling op basis van winst
D
Een product goedkoper laten lijken dan dat het is.
Slide 8 - Quizvraag
Bijvoorbeeld:
Slide 9 - Tekstslide
Korting die oploopt naarmate de klant meer producten afneemt, is
A
Kwantumkorting
B
Seizoen korting
C
Staffelkorting
D
Klantenkorting
Slide 10 - Quizvraag
leg uit wat er word bedoelt met routine producten
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een huisstijl?
A
alle zichtbare kenmerken waaraan je het bedrijf kunt herkennen
B
modern interieur
C
Dat de buiten kant van het bedrijf er goed uit ziet
Slide 13 - Quizvraag
Waar staat het Marketingsmodel SIVA voor?
A
Solutions Information Value Acces
B
Section Intelligtent Valuable Admit
C
Solutions Intelligtent Value Acces
D
Section information Valuable Admit
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is themareclame?
A
Reclame waarmee je zo veel mogelijk mensen wilt bereiken.
B
Reclame over lange termijn en is herkenbaar door de herhaling.
C
Reclame over een specifiek thema.
D
Reclame waarmee je zo veel mogelijk mensen een themaproduct laat kopen
Slide 16 - Quizvraag
Themareclame
Slide 17 - Tekstslide
Bij welk begrip hoort de tekst?
Het is een fabrikantenmerk met een kleine naamsbekendheid, en de producent maakt vrijwel geen reclame en het merk is slechts bij enkele verkooppunten verkrijgbaar.
A
A-merk
B
B-merk
C
C-merk
D
Paraplumerk
Slide 18 - Quizvraag
Wat is narrowcasting?
A
informatie die je geeft, gericht op een specifieke doelgroep en plaats
B
dichtbij/lokale informatie
C
onbelangrijke informatie, zoals die in je spam komen
D
informatie die je opvraagt wanneer je reclame wil maken
Slide 19 - Quizvraag
Narrowcasting
Slide 20 - Tekstslide
Als je als organisatie rechtstreeks contact zoekt met klanten, over welk onderwerp spreek je dan?
A
Sponsoring
B
PR
C
Persoonlijke verkoop
D
Direct marketing
Slide 21 - Quizvraag
Een … Heeft een smal en diep assortiment
A
Outletstore
B
Conveniencestore
C
Speciaalzaak
D
Warenhuis
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn alle zichtbare kenmerken waaraan je een bedrijf kunt herkennen?