H1 1.2 Botsen en druk

1.2 Botsen en druk

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 Botsen en druk

Slide 1 - Tekstslide

Massa en gewicht


Er is een verschil tussen massa en gewicht. 

Slide 2 - Tekstslide

Massa en gewicht
Er is een verschil tussen massa en gewicht. Eerst wordt er uitgelegd wat de twee begrippen inhouden,
waarna het verschil wordt uitgelegd.
Massa
Massa geeft de hoeveelheid materie weer. Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe meer de
zwaartekracht eraan trekt. Massa wordt gemeten in de eenheid 'kilogram'.
Massa is een grootheid.
Symbool: m.
Standaardeenheid: kilogram (kg).
Voorbeeld
De massa van meneer Stuifduif is 75 kg.
Gewicht
Het gewicht van een voorwerp is de kracht die dat voorwerp op zijn ondergrond uitoefent. Als het
voorwerp in rus is of zich met een constante snelheid voortbeweegt, is het gewicht gelijk aan
de zwaartekracht. Als een voorwerp in rust is, dan wordt het op zijn plek gehouden door de
tegenwerkende normaalkracht.
Gewicht is een grootheid.
Symbool: F.
Standaardeenheid: Newton (N)
Massa   M
 
Massa geeft de hoeveelheid materie weer. 
Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe meer de
zwaartekracht eraan trekt. 
Massa wordt gemeten in de eenheid 'kilogram'.
Massa is een grootheid.
Symbool: m.
Standaardeenheid: kilogram (kg).
Voorbeeld
De massa van meneer Stuifduif is 75 kg.

Slide 3 - Tekstslide

Gewicht           Fg
 
Het gewicht van een voorwerp is de kracht die dat voorwerp op zijn ondergrond uitoefent.  
 
Gewicht is een grootheid.
Symbool: F.
Standaardeenheid: Newton (N)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Druk?
Bewegende moleculen oefenen een druk uit op een wand. 

Slide 7 - Tekstslide

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 8 - Quizvraag

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 9 - Quizvraag

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Druk berekenen
In het volgende filmpje wordt uitgelegd hoe je de druk moet berekenen. 

Denk bij het uitwerken van dit soort oefeningen in je schrift om: Gegeven, gevraagd, formule, berekening en antwoord. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Luchtdruk
De luchtdruk meet je met een barometer. Maar wat is luchtdruk en hoe meet je die?

Dolores van het klokhuis legt het uit:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Aan de slag!
Kijk nu in SOM voor je weektaak en ga aan de slag. 

Slide 17 - Tekstslide