Herhalingsles 3D H2

Herhalingsles 3D H2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles 3D H2

Slide 1 - Tekstslide

Abstracte markt
A
Een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld
B
Een plaats waar huizen op een vast tijdstip worden verhandeld
C
Het geheel van vraag naar en aanbod van een product
D
Een markt waar kunst wordt verkocht

Slide 2 - Quizvraag

wat is een abstracte markt?
timer
1:00
A
een vakantiebeurs
B
de rommelmarkt
C
de arbeidsmarkt
D
de bloemenveiling

Slide 3 - Quizvraag

De formule Q = 100P − 1.000 kan de vergelijking van een vraaglijn zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Op een markt van volkomen concurrentie hebben de aanbieders veel invloed op de prijsstelling van het goed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een bedrijf heeft als kostenfunctie: TK = 4Q + 100 en als omzetfunctie: TO = 6

De variabele kosten per product zijn € 6
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Stel, de aanbodfunctie van een bepaald product is Q = 2P + 8. Hoeveel wordt er dan aangeboden bij een prijs van € 8? Geef je berekening.

Slide 7 - Open vraag

Op een markt van tarwe geldt:
Qa = 100.000P − 50.000
Qv = −200.000P + 1.000.000

a) Wat is de evenwichtsprijs op de markt van tarwe? Geef je berekening.
b) Wat is de evenwichtshoeveelheid op de markt van tarwe? Geef je berekening
c) Wat is het vraagoverschot bij een prijs van € 3 per eenheid tarwe? Geef je berekening.

Slide 8 - Open vraag

Welke ontwikkeling kan de oorzaak zijn van de verschuiving van de vraaglijn van mineraalwater naar rechts?
A
Het inkomen van consumenten daalt.
B
Een prijsstijging van andere alcoholvrije dranken
C
Een toename van het aantal producenten van mineraalwater

Slide 9 - Quizvraag

Graan is een
A
homogeen product
B
heterogeen product

Slide 10 - Quizvraag

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
A
Hoe hoger de prijs, hoe meer vraag
B
Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
C
Omdat de aanbodlijn stijgt
D
Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Slide 11 - Quizvraag

Verschuiven OP de vraaglijn
Als de prijs verandert, wordt er meer of minder van een product gekocht. De vraag verschuift dan OP de vraaglijn.
(= factor 1 van het rijtje, zie p. 203 samenvatting)
De prijs zakt van  € 300 (rode stip) naar € 150 (groene stip)

Slide 12 - Tekstslide

Verschuiven VAN de vraaglijn
De vraaglijn kan naar rechts of links verschuiven als (zie p. 203 samenvatting):
2) de prijs van een ander product hoger of lager wordt.
3) het inkomen / budget van de consument stijgt of daalt.
4) de behoeften vd consument toe- of afnemen.
5) Het aantal consumenten verandert (vraag van alle consumenten = collectieve vraag).



Slide 13 - Tekstslide

Stel een aanbodlijn loopt verticaal.
Wat zou dit kunnen betekenen?
A
Het aanbod is niet afhankelijk van de prijs.
B
Het aanbod is wel afhankelijk van de prijs.

Slide 14 - Quizvraag