Paragraaf 1 Snelheid (les 2)

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom allemaal!

Stop je telefoon in de telefoontas,

Zoek je plek op

pak je spullen voor je

zorg dat je klaar zit bij 0

Wat gaan we doen dit uur?

1) Wat weet je nog?

2) Nakijken

3) Uitleg bs 1, deel 2

4) Zelf aan de slag

Als je een hogere snelheid krijgt, dan leg je in een bepaalde afstand MEER / MINDER afstand af.

1. Meer
2. Minder

Wat zijn juiste eenheden voor snelheid?

1. M/S
2. M/H
3. KM/H
4. KM/S

Een fiets gaat ongeveer 20 km/h. Hoe reken je dit om naar m/s?

Nakijken

Je kijkt jouw eigen antwoorden na.

Zet een krul als het goed is of
verbeter je antwoord als het nog niet helemaal klopt. 

Vragen? Einde van de vraag je hand omhoog.

We beginnen op blz. 10

Wat is Celine haar
snelheid geweest?

1.000 meter

4 minuten en 19 seconden

Afstand	Tijd	Snelheid
Meter	Seconden	M/S

Wat is Celine haar
snelheid geweest?

1.000 meter

4 minuten en 19 seconden 

4 min. = (4 x 60 sec.) = 240 seconden

Wat is Celine haar
snelheid geweest?

1.000 meter

4 minuten en 19 seconden 

4 min. = (4 x 60 sec.) = 240 seconden

1000 in (240 + 19 =) 259 seconden

Wat is Celine haar
snelheid geweest?

1.000 meter

4 minuten en 19 seconden 

4 min. = (4 x 60 sec.) = 240 seconden

1000 in (240 + 19 =) 259 seconden

1000 : 259 = 3,9 m/s

Afstand	Tijd	Snelheid
Meter	Seconden	M/S
Kilometer	Uur	km/h

Wat is Celine haar
snelheid geweest?

1.000 meter

4 minuten en 19 seconden 

4 min. = (4 x 60 sec.) = 240 seconden

1000 in (240 + 19 =) 259 seconden

1000 : 259 = 3,9 m/s

3,9 x 3,6 = 13,9 km/h

Zelf aan de slag

Wat moet je doen?

Lezen blz. 13 t/m 16
Maken opdracht 10 t/m 13

Hoe moet je dat doen?
BBB-methode op fluisterniveau

Wanneer moet het af zijn?

Aan het einde van de les.