Het interbellum GWP 2.3

Hieronder staan vier oorzaken voor onvrede in Italië na de WO I. Welke is NIET juist?
A
Italië was ontevreden over de gebiedsuitbreiding
B
Italië vond het onterecht dat ze herstelbetalingen moesten doen
C
De werkloosheid was hoog
D
De regering deed te weinig aan de problemen
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hieronder staan vier oorzaken voor onvrede in Italië na de WO I. Welke is NIET juist?
A
Italië was ontevreden over de gebiedsuitbreiding
B
Italië vond het onterecht dat ze herstelbetalingen moesten doen
C
De werkloosheid was hoog
D
De regering deed te weinig aan de problemen

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de achternaam van de man op de afbeelding?

Slide 2 - Open vraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Kolchoz
B
Planeconomie
C
Totalitaire staat
D
Indoctrinatie

Slide 3 - Quizvraag

'communistisch scheldwoord voor zelfstandige boeren' - noteer het begrip dat hierbij hoort

Slide 4 - Open vraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider

Slide 5 - Quizvraag

Uit een interview met een vrouw over haar jeugd omstreeks 1930 in de Sovjet-Unie
Als kind wisten we dat we tegenover niemand mochten herhalen wat we de volwassenen zachtjes tegen elkaar hadden horen zeggen. We zaten al in de problemen als we zelfs maar lieten blijken dat we hadden gehoord wat ze hadden gezegd. Soms zeiden volwassenen iets en werd er meteen tegen ons gezegd: 'Mondje dicht.' Dan begrepen we meteen dat ze iets gezegd hadden opver de Partij dat niet voor onze oren was bedoeld. 
Uit: O. Figes. Fluisteraars, Leven onder Stalin, Amsterdam 2007

Slide 6 - Tekstslide

Geef een argument voor en tegen de betrouwbaarheid van deze bron.
Doe het zo:
De bron is betrouwbaar omdat ...
De bron is niet zo betrouwbaar, omdat ...

Slide 7 - Open vraag

Geef een argument voor en tegen de betrouwbaarheid van deze bron.
Doe het zo:
De bron is betrouwbaar omdat ...
De bron is niet zo betrouwbaar, omdat ...

Slide 8 - Open vraag

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Slide 9 - Open vraag

In welk jaar vond de eerste economische crisis in Duitsland in de 20e eeuw plaats?

Slide 10 - Open vraag

De crisis in Duitsland wordt opgelost doordat:
A
De Duitse regering bezuinigt
B
Er opnieuw een oorlog uitbreekt
C
Duitsland geld leent van de VS
D
Duitsland Elzas-Lotharingen bezet

Slide 11 - Quizvraag

Het grote inhoudelijke verschil tussen de fascisme en nationaalsocialisme is
A
Dat het nationaalsocialisme ondemocratisch is
B
Dat het nationaalsocialisme propaganda kent
C
Dat het nationaalsocialisme in Duitsland is
D
Dat het nationaalsocialisme racistisch is

Slide 12 - Quizvraag

Von Hindenbrug helpt Hitler aan de macht. Hij hoort bij de (naam van een stroming)

Slide 13 - Open vraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler in 1936 begon met herbewapening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler het leger uitbreidde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler geld leende van banken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler woningen liet bouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler autowegen liet aanleggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler tegenstanders liet opsluiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler de democratie afschafte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler de dienstplicht weer invoerde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag