Maak een goede zin. Want en omdat.
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De zinnen van de eerste opdracht komen uit de vorige les. De zinnen zijn gemaakt met woorden uit Diglin lijst 1 t/m 8.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De kat pakt de kaas.
Hij heeft honger.
Hij heeft honger.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het is donker.
Het is nacht.
Het is nacht.
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De kok maakt eten. Dat is zijn werk.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De kok maakt eten. Dat is zijn werk.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik eet geen biet. Ik vind biet vies.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De kat pakt de kaas.
Hij heeft honger.
Hij heeft honger.
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het is donker.
Het is nacht.
Het is nacht.
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De kok maakt eten. Dat is zijn werk.
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik eet geen biet. Ik vind biet vies.
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
