met een broer/zus van een vriend(in) heb ik een ........... relatie
A
vrijwillige
B
verplichte
C
persoonlijk en vrijwillige
D
zakelijk en verplichte
Slide 10 - Quizvraag
met een klasgenoot heb ik een ........... relatie
A
vrijwillige
B
verplichte
C
persoonlijk en vrijwillige
D
zakelijk en verplichte
Slide 11 - Quizvraag
vriendschapstest
doe de test (opdr. 4) in het boek blz 137
maak daarna opdrachten 1, 2, 3 op blz 135/136
Slide 12 - Tekstslide
Kenmerken van vriendschap
vrijwilligheid (is dus een keuze)
genegenheid (wederzijds positieve gevoelens)
vertrouwen (beiden kwetsbaar durven zijn)
solidariteit (niet vrijblijvend, maar je steunt elkaar)
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een kennis en een vriend(in)
A
een kennis kom je toevallig tegen
B
een kennis zie je veel minder
C
je hebt veel kennissen en weinig vrienden
D
alle antwoorden zijn waar
Slide 14 - Quizvraag
vriendschappen :
A
gaan vanzelf en hoef je niet veel tijd aan te besteden
B
heb je heel vaak in twee-tallen
C
kunnen een flinke ruzie goed doorstaan
D
echte vriend(inn)en zijn op 1 hand te tellen
Slide 15 - Quizvraag
afsluitende conclusie
wa heb je geleerd vandaag over relaties?
Slide 16 - Tekstslide
wat heb je geleerd vandaag over relaties?
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
maken werkstuk Relaties
op de volgende blz staat opdracht 1
deze opdracht is jouw weektaak en moet uiterlijk de eerste les van volgende week ingeleverd zijn in Som2Day bij 'inleveropdrachten' als een WORD document