Les 6 Ik voel me bang

Opvoeden van het kind
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Opvoeden van het kind

Slide 1 - Tekstslide

Lesweek 6

Ik voel me bang
Hoe ga je met kinderen om die zich bang voelen?

Slide 2 - Tekstslide

Doel

• De student kennis laten maken met communiceren ten aanzien van de emotie angst.
• De student kan na de les uitleggen waarom angst ervaren en uiten belangrijk is en niet geblokkeerd mag worden.

Slide 3 - Tekstslide

Programma

• Functie van angst – waarom voelen kinderen zich bang?
• Angst bij baby's
• Veel voorkomende angsten bij peuters en kleuters
• Veel voorkomende angsten bij schoolkinderen
• Veel voorkomende angsten bij pubers en adolescenten: sociale omgeving belangrijker
• Tekenen van angst bij je kind
• Hoe kun je je bange kind helpen?
• Wat NIET te doen bij angst: opvoedingsfouten
• Oorzaken van angst.
• Onderdrukken van angst.
• Gevolgen van wel en niet angst mogen uiten.
• Wat te doen als het kind zich bang voelt?
• Wat te doen met je eigen angst?

Slide 4 - Tekstslide

Functie van angst 
Angst is een natuurlijke, belangrijke en nuttige functie.
Wanneer je geconfronteerd wordt met iets gevaarlijks, zorgt angst ervoor dat het lichaam in staat van paraatheid wordt gebracht. Hierdoor kan besloten worden of het gevaar ontweken of bestreden moet worden; de zogenaamde vlucht- of vechtreactie. Deze staat van paraatheid zorgt voor allerlei lichamelijke sensaties.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waarom voelen kinderen zich bang?  
Omdat kinderen nog niet alles van het leven begrijpen, zijn ze vaker angstig dan volwassenen. 
Kinderen maken elke dag veel dingen mee die ze nog niet begrijpen. 
Een bekende angst bij baby’s is verlatingsangst.
Kleuters of kinderen op de basisschool hebben weer hun eigen angsten (monster onder het bed, of angst dat er oorlog komt). Elke fase van ontwikkeling kenmerkt zich door zijn eigen angsten.

Slide 7 - Tekstslide

Angst bij baby's  
De vroegste uiting van een angst treedt op in het geboortekanaal, wanneer een baby wordt uitgedreven door de weeën. 
Baby's ervaren een angst voor harde geluiden, snelle bewegingen en lichtflitsen. Daarnaast zijn er angstreacties zichtbaar bij verlies aan steun, bij vallen en pijn. Deze angsten nemen in de loop der tijd allemaal langzaam af.

Slide 8 - Tekstslide

Veel voorkomende angsten bij 
peuters en kleuters
Bij kinderen van anderhalf tot zes jaar komen de volgende angsten veel voor:
- Scheidingsangst, de angst om verlaten te worden door de bekende verzorgers, is nog steeds heel normaal op deze leeftijd!
- Angsten als gevolg van de eigen fantasie. Hoe ouder je kleuter wordt, hoe meer fantasie een rol gaat spelen bij angsten. 

Slide 9 - Tekstslide

Zo is het bekend dat veel kleuters bang zijn voor bijvoorbeeld:
• Poepen op de wc; (“Zou ik er zelf in kunnen vallen en wegspoelen?”)
• Bang voor het donker;
• Harde geluiden (sirenes);
• Spinnen of insecten;
• Grote loslopende dieren (honden);
• Monsters;
• Haren wassen, knippen, de kapper;
• Wondjes of ziektes, bang voor beschadigingen aan het eigen lichaam (als je bloedt kun je ‘leeglopen’?!) of dat van anderen;

 


Slide 10 - Tekstslide

• Enge dingen of wezens die niet echt bestaan, maar die voorkomen in bijvoorbeeld tekenfilms of dromen;
• Nachtmerries.
- Oudere kleuters worden gevoelig voor het oordeel van anderen, vooral van hun ouders. En daar hoort bij de angst dat de ouder hem niet meer lief vindt, angst voor straf en ook angst voor andere kinderen.

Wordt het kind ouder dan neemt de angst als gevolg van een levendige fantasie (monsters in het donker) wat af en maakt plaats voor iets reëlere angsten (brand in huis).
 

 


Slide 11 - Tekstslide

Veel voorkomende angsten bij schoolkinderen
- Angsten voor reële gebeurtenissen: bang zijn voor ongelukken, ziekte of dood bij zichzelf of een ouder. Bang dat er brand uitbreekt of er ingebroken wordt.
- Sociale angst. Leeftijdsgenootjes krijgen steeds meer invloed. Een kind kan bang zijn dat anderen hem niet leuk vinden of hij er niet bij hoort.
- Angst om alleen thuis te zijn zonder ouders.
- Kinderen kunnen piekeren over dingen die ze hebben gehoord of gezien zonder dat misschien helemaal te kunnen plaatsen: nare beelden op het journaal, berichten over oorlog of aanslagen.
- Faalangst. Bang om iets niet “goed genoeg” te kunnen, bijvoorbeeld op school. Ook leren fietsen of een nieuwe sport niet uit durven proberen uit angst te zullen falen. De angst voor andere kinderen of de faalangst kunnen zó erg worden dat er een schoolfobie ontstaat: het kind is bang om naar school te gaan.


 


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Veel voorkomende angsten bij pubers en adolescenten:  sociale omgeving belangrijker
De angsten die pubers ervaren hebben ook te maken met:
• sociale contacten,
• het presteren op school
• het uiterlijk.
Dit is gerelateerd aan het nadenken over hoe zij op anderen overkomen. Verder houden zij zich bezig met de eigenheid van het leven. Hierdoor kunnen zij zich zorgen maken over onderlinge verhoudingen tussen bijvoorbeeld hun ouders, maar ook rond hun eigen gezondheid. 

Slide 14 - Tekstslide

Adolescenten houden zich meer bezig met acceptatie binnen de vriendenkring en zijn bang voor afwijzing in sociale contacten. Zorgen en stress die zij ervaren hebben te maken met hun levensloop , zoals studie- en beroepskeuze, studieresultaten en het verlaten van het ouderlijk huis. 

Slide 15 - Tekstslide

Tekenen van angst bij je kind
Hoe merk je dat je kind bang is? Niet elk kind kan of wil over gevoelens van angst praten. Toch verraadt lichaamstaal en houding veel. Tekenen van angst zijn:
Het hebben van klamme handen;
• Buikpijn;
• Grote angstige ogen;
• Huilen;
• Dingen vermijden;
• Voorzichtig of juist heel druk spelen;
• Veranderingen in eten of slapen;
• Terugval in zindelijkheid, zoals opeens weer in bed plassen.


Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je je bange kind helpen?
Angst hoort erbij, alle kinderen zijn tijdens hun ontwikkeling wel eens een tijdje ergens bang voor. Angst neemt pas af als het kind met de enge situatie durft om te gaan. De situatie uit de weg gaan doet de angst niet verminderen. Integendeel, het maakt de angst alleen maar erger. Als kinderen leren om hun angsten de baas te worden, dan hebben ze daar hun hele leven voordeel van. 


Slide 17 - Tekstslide

Hoe kun jij je kind helpen?
• Geef het goede voorbeeld: laat zien hoe je zelf omgaat met dingen of situaties waarvoor je eigenlijk bang bent. Stimuleer je kind om de dingen die hij wil vermijden, toch te doen
• Je kind moet jou kunnen vertrouwen: als jij zegt dat het goed is, dan is het ook echt goed en hoeft hij niet bang te zijn.
• Zelfstandigheid. Stimuleer hem om zelfstandig dingen te doen en te ontdekken die passen bij zijn leeftijd: zelf het zwembad bellen voor openingstijden, een boodschap doen.
• Praat met je kind over wat hem zo bang maakt (zonder direct met oplossingen te komen) en leg niet te veel nadruk op de angst.
• Neem de leiding: in een situatie waarin zijn angst opspeelt. Ga gewoon verder, alsof er niets aan de hand is. Bij paniek NIET doorzetten.

Slide 18 - Tekstslide

 • Bedenk tussenstappen. Probeer uw kind spelenderwijs steeds een stapje 
verder te laten gaan en houd vol wat goed gaat.
• Wees zuinig met geruststelling geven (“je hoeft niet bang te zijn”) maar vraag waar hij bang voor is.
• Gebruik humor en fantasie.
• Lees (samen) boekjes over de angst van je kind of over angst in het algemeen, over kinderen met angsten en hoe ze ze overwinnen.
• Enge situaties naspelen (doktertje spelen, met plastic insecten spelen).
• Laat je kind kijken hoe andere kinderen reageren die niet bang zijn voor datgene waar je kind bang voor is.
• Informatie en uitleg geven over datgene waar je kind bang voor is. Geef aan oudere kinderen uitleg over de lichamelijke dingen die horen bij angst (blozen, zweten).
• Probeer samen leuke gedachten te bedenken, die het kind kan gebruiken als het bijvoorbeeld ligt te piekeren in bed.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat NIET te doen bij angst: opvoedingsfouten
Hoe moet je NIET reageren op angsten van een kind?

• Zeggen dat hij zich niet moet aanstellen. Doe de angst van het kind niet af als onzin.  
• Word niet boos om de angsten van het kind.  
• Doen alsof je zelf nooit bang bent. Er zijn ook ouders die (mogelijk vanwege eigen angsten) de angst van het kind bagatelliseren. 
• Je kind overladen met geruststellingen, hij krijgt dan de indruk dat er echt iets aan de hand is.
• Het kind dwingen het angstige toch te doen. Sommige ouders confronteren het kind in één klap met het angstige object. 
• Vermijden van dat waar het kind bang voor is. Er zijn ook ouders die juist teveel meegaan met de angst van het kind. 

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaken van angst
Meerdere factoren spelen hierbij een rol:
Omgevingsfactoren, zoals gezinsinvloeden. Wanneer iemand bijvoorbeeld opgroeit met een angstige ouder, bestaat er een kans dat het kind deze angst gaat overnemen en op latere leeftijd dezelfde angsten heeft.
Individu specifieke ervaringen. Wanneer iemand een keer hevige turbulentie heeft meegemaakt tijdens het vliegen, kan hij daarna bang worden om per vliegtuig te reizen.  
Ingrijpende gebeurtenissen, zowel positief als negatief (geboorte, dood, scheiding, verhuizing, promotie).  
Psychische factoren. Hierbij gaat het om hoe iemand zichzelf in staat acht om een angstige situatie de baas te kunnen zijn. Hoe meer de angstige situaties worden vermeden, des te groter de kans dat de angst blijft bestaan.  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Onderdrukken van angst
Een angstreactie kan erg vervelend zijn: hartkloppingen, een benauwd gevoel, duizeligheid. Hoe ontstaat een angstreactie en kan deze onderdrukt worden? In bepaalde gevallen is het mogelijk om angstreacties te onderdrukken, echter alleen wanneer dit nodig blijkt te zijn.

  • Angst onderdrukken middels medicijnen of alcohol
  • Angst blijft aanwezig in de hersenen

Slide 24 - Tekstslide

Gevolgen van wel en niet angsten mogen uiten
Het belang van het uiten van gevoelens
Het probleem met het niet uiten van emoties – het zogeheten binnenvetten – is dat ze daar sterker van worden. Mensen die hun gevoelens onderdrukken zijn dan ook vatbaarder voor depressie en angst en bovendien kunnen ze er allerlei vervelende andere gevoelens bij krijgen. 

Het kiezen van je gesprekspartner
Praten over gevoelens kan heel goed met een naaste die je vertrouwt, zoals een vriend, familielid of partner. Als het goed is sla je daarmee meerdere vliegen in één klap: je uit je emoties én je verbetert de relatie met deze persoon. Dat geldt als het gaat om je gevoelens in het algemeen, want er ontstaat daardoor meer diepgang tussen jullie en je begrijpt elkaar beter.

Slide 25 - Tekstslide

Wat te doen als het kind zich bang voelt? 
Angsten bij kinderen zijn normaal en komen vaak voor. Daarom is het belangrijk dat het kind zich gesteund voelt. Op die manier zullen ze zichzelf meer vertrouwen en hun angsten onder ogen kunnen zien. Daarom is het werk van ouders. leerkrachten, verzorgers, mentoren en familieleden erg belangrijk.

  • Onnodige angsten vermijden
  • Minimaliseer de angsten van je kind niet
  • Als een kind bang is, zorg er dan voor dat ze zich niet nog banger voelen
  • Dwing ze niet om dingen te doen die hen bang maken
  • Breng jouw angsten niet over op je kind
  • Beledig het kind niet als een kind bang is
  • Als een kind bang is, laat het dan niet alleen
  • Maak hun angsten niet groter
  • Negeer je kind niet

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat te doen met je eigen angst? 
Zes tips om beter met je angsten om te gaan:

1. Zie je angst onder ogen
2. Verander je gedachtenpatroon
3. Angstaanval? Houd je ademhaling en spierspanning onder controle
4. Zorg ervoor dat ontspanning het wint van de angst 
5. Bereid je voor op situaties waarin je je angst onder ogen moet zien
6. Zoek hulp bij je angststoornis


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link