In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
Mw. de Koning
1VWO 19/20
Slide 1 - Tekstslide
Reactiesnelheid
Pak je telefoon
Ga naar www.humanbenchmark.com/tests/reactiontime
De test begint pas als je ziet: "wait for green"
Meet je reactietijd 5 keer, na vijf keer geeft de site een gemiddelde
Geef het gemiddelde aan me door
Slide 2 - Tekstslide
Wat denk je dat er gebeurt tussen "groen" en "klik"?
Slide 3 - Open vraag
Welke onderdelen van je lichaam denk je dat daar bij betrokken zijn?
Slide 4 - Open vraag
Hoe kan het dat het zo snel is?
Slide 5 - Open vraag
Prikkels en zintuigen
Prikkel
Zintuig
Waar?
Licht
Gezichtszintuig
Oog
Geluid
Gehoorzintuig
Oor
Geur
Reukzintuig
Neus
Smaak
Smaakzintuig
Tong
Evenwicht
Evenwichtszintuig
Oor
Aanraking
Tastzintuig
Huid
Kou
Koudezintuig
Huid
Warmte
Warmtezintuig
Huid
Druk
Drukzintuig
Huid en organen
Pijn
Zenuwen
Huid en organen
Slide 6 - Tekstslide
Impuls
Berichten worden door zenuwcellen doorgegeven met een elektrisch signaal: een impuls
Dit kan heel snel!
Bijvoorbeeld van een zintuig naar je hersenen, of van je hersenen naar een spier of klier.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe ging de impuls bij het meten van de reactiesnelheid bij groen licht?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Impuls - drempelwaarde
Een prikkel moet sterk genoeg zijn om een impuls te veroorzaken.
Drempelwaarde: minimale prikkel voor een impuls.
Slide 10 - Tekstslide
Impuls - frequentie
Een impuls is altijd even sterk.
Impulsfrequentie: de hoeveelheid impulsen per seconde.
Een sterkere prikkel geeft een hogere impuls frequentie.
Slide 11 - Tekstslide
Kijk strak naar dit hart
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat zag je toen het hart verdween?
Slide 14 - Open vraag
Gewenning
Receptoren (zintuigen) kunnen wennen aan prikkels -> gewenning
Een prikkel geeft dan een lagere impulsfrequentie óf de drempelwaarde ligt hoger.
Slide 15 - Tekstslide
Adequate prikkel
Elk zintuig heeft zijn eigen adequate (passende) prikkel, voor deze prikkel is de drempelwaarde laag
Soms reageren zintuigen ook op andere – niet adequate – prikkels, hiervoor is de drempelwaarde hoog. Bijvoorbeeld druk op je oog -> sterretjes/ kleuren
Slide 16 - Tekstslide
Rol van de hersenen
Je hersenen krijgen alle informatie van je zintuigen binnen en filteren en interpreteren alles.
Hierdoor kan het zijn dat je iets niet hoort wat iemand anders zegt (filter) óf dat je iets anders denkt te zien dan je echt ziet.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Als ik 's morgens een trui aan trek voel ik dat op mijn huid, na een tijdje voel ik het niet meer. Dat heet...
A
Impulsafname
B
Waarnemingsvermindering
C
Prikkelzwakte
D
Gewenning
Slide 21 - Quizvraag
Begrippen BS 1
Zintuig
Prikkels
Zintuigcellen
Impulsen
Warmtezintuigen
Koudezintuigen
Drukzintuigen
Tastzintuigen
Pijnpunten
Drempelwaarde
Impulsfrequentie
Adequate prikkel
Gewenning
Slide 22 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de opdrachten van BS 1 in de digitale methode