In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
De aasgier
Leg klaar:
- Mapje close reading
- Markeerstiften
- Kleurpotloden
Slide 1 - Tekstslide
Sessie 1
Doelen:
- Ik kan vertellen waar de tekst over gaat
- Ik kan het verhaal met behulp van steekwoorden op een tijdlijn plaatsen
Slide 2 - Tekstslide
Waar gaat de
tekst over denk je?
Bespreek het met je schoudermaatje
Slide 3 - Tekstslide
Tekst lezen
Maak aantekeningen tijdens het lezen.
Streep moeilijke woorden aan en zet een vraagteken bij dingen waar je een vraag over hebt.
Slide 4 - Tekstslide
Tekst lezen
Bespreek de moeilijke woorden in je groepje. Misschien weet iemand anders wat het moeilijke woord betekent? De tafelbaas zorgt dat iedereen aan de beurt komt.
Vertel aan de juf welke woorden jullie allemaal niet weten.
Slide 5 - Tekstslide
Samenvatten
Schrijf met je maatje de belangrijkste dingen uit de strofe die jullie nogmaals lezen op een post-it.
Hang de post-its op volgorde op het raam.
Slide 6 - Tekstslide
Sessie 2
- Ik kan vertellen welke dieren er in de tekst voorkomen, waarom zij een nieuw nest willen en welke nesten zij krijgen aangeboden.
- Ik kan vertellen wat er wordt bedoeld met de woorden makelaar en luchtkastelen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat voor tekstsoort is dit?
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de reden dat de emoe een nieuw nest wil?
Welk nest krijgt hij aangeboden?
Slide 9 - Tekstslide
Lees de tekst met je maatje en kleur alle dieren die je tegenkomt. LET OP: geef elk dier een andere kleur.
Slide 10 - Tekstslide
Vul het werkblad in. Kleur het bewijs in de tekst met de kleur van het dier.
Klaar? Bespreek met een ander tweetal en vul je werkblad aan.
Slide 11 - Tekstslide
Tekstgerichte vragen
Wat is een luchtkasteel? Zoek eerst het bewijs op in de tekst.
Waarom is het nest van de pauw een luchtkasteel? Denk eerst na over je eigen antwoord, bespreek dan met je maatje.
Slide 12 - Tekstslide
Sessie 3
Wat betekent de tekst?
Slide 13 - Tekstslide
Terugblik vorige sessie
- Welke dieren kwamen er in het verhaal voor? - Waarom wilden zij een nieuw nest?
- Wat is een luchtkasteel?
Slide 14 - Tekstslide
Doelen:
Ik kan vertellen wat de schrijfster ons wil vertellen met dit gedicht.
Slide 15 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij een pauw? En bij een aasgier? Om de beurt geef je een antwoord.
aasgier
pauw
Slide 16 - Tekstslide
Over wie gaat het stukje tekst? 'Hij koopt huizen voor weinig geld en verkoopt deze huizen dan weer.'
Slide 17 - Tekstslide
In de tekst zet je een A als de aasgier het zegt en een P als de pauw iets zegt.
Slide 18 - Tekstslide
Wat wil de schrijfster ons duidelijk maken met deze tekst? Wat is de moraal van het verhaal?
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent het spreekwoord 'Hoogmoed komt voor de val'? Zoek het op.
Slide 20 - Tekstslide
Wat heeft het spreekwoord 'hoogmoed komt voor de val' te maken met deze tekst?