zoek een plek op in de klas, pak je biologie boek voor je
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal!!
zoek een plek op in de klas, pak je biologie boek voor je
Slide 1 - Tekstslide
Cellen
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben de meeste planten?
1.
2.
3.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn de organen van de plant?
1.
2.
3.
4.
Slide 4 - Tekstslide
wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: Organen van planten
vragen nakijken van organen van planten
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.3 cellen
zelf aan de slag
leerdoelen behaald
Slide 5 - Tekstslide
lesdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Cellen zijn de bouwstenen van organismen. Je lichaam bestaat uit verschillende typen cellen.
Slide 6 - Tekstslide
Organen bestaan uit cellen. Een cel is heel erg klein. De cellen zijn de bouwstenen van je organen.
Door een microscoop kun je cellen bekijken. Ze lijken plat maar dat zijn ze in werkelijkheid niet. Er zijn verschillenden vormen, het lijken net zakje die gevuld zijn met water.
rode bloedcel
Vorm: rond
Kan makkelijk door bloedvat
zenuwcel
Vorm: met lange uitlopers
Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen
Soorten cellen
Botcel
Spiercel
Slide 7 - Tekstslide
De vorm van de cel heeft te maken met de functie van de cel.
Cellen kun je bekijken door een microscoop te gebruiken.
De cellen lijken dan plat in de afbeelding maar jij weet inmiddels dat dit in werkelijkheid niet het geval is.
rode bloedcel
Vorm: rond
Kan makkelijk door bloedvat
zenuwcel
Vorm: met lange uitlopers
Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen
Soorten cellen
Botcel
Spiercel
Slide 8 - Tekstslide
Verschillen tussen plantencellen en cellen van dieren.
Alle cellen hebben een celmembraam, een celkern en cytoplasma.
Bladgroenkorrels, celwand en grote vacuolen komen alleen voor in plantencellen.
dierlijke cel
plantencel
Slide 9 - Tekstslide
Dierlijke cellen
Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
Celkern: organel, regelcentrum van cel. Hier omheen ligt het kernmembraan.
Slide 10 - Tekstslide
Plantaardige cel
Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
Bladgroenkorrels, voor fotosynthese
Celwand: stevig laagje om cel heen.
Slide 11 - Tekstslide
Plastiden
Plastide = korrel
Bladgroenkorrels
Kleurstofkorrels
Zetmeelkorrels
Slide 12 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Wat moet je doen? Lezen van thema 2, basisstof 2 (blz. 86 t/m 93) Maken opdracht 1 t/m 8 (4 niet) Hoe moet je dat doen? Eerste 5 minuten in stilte, daarna op fluisterniveau volgens BBB-methode. Wanneer moet het af zijn? Begin van de volgende les.
Slide 13 - Tekstslide
Wat gaan we de volgende les doen?
In de volgende les gaan we het hebben over de celkern
Slide 14 - Tekstslide
Wat heeft een plantencel wel wat een dierlijke cel niet heeft?