Even oefenen....Wat? Geef antwoord op de vragen om te oefenen voor het SO (aantekeningenschrift)
Vertaal de woorden
1) Dinsdag = mardi
2) Waarom = pourquoi
3) De les = le cours
4) Le matin = 's ochtends
5) L'histoire = geschiedenis
6) Le sac à dos = de rugzak
Invuloefening:
Grammaire D (être)
1. (Jij bent) Tu es ........... sympa!
2. (U bent) Vous êtes ............ la grand-mère.
3. (Zij is) Elle est .......... à l'école.
4. (Wij zijn) Nous sommes ............ au restaurant.
5. (Hij is) Il est.............. en France.
Klaar? Ga leren voor het SO. Doe dit op je eigen manier (Slim Stampen, oefentoets maken, dictee voor de zinnen, ezelsbruggetjes bedenken, online oefeningen maken)