Tucht is voor Bint dus niet een doel op zichzelf. Enerzijds leert het kind gehoorzaamheid erkenning van en vrees voor de bestaande macht, bereidheid tot luisteren en het volgen van aanwijzingen. Anderzijds leert het zelftucht, bewustzijn van de eigen wil, opdat later grootse daden verricht kunnen worden. Wie anderen wil leiden moet zichzelf kunnen leiden. Bint wil een kweek van maatschappelijke «reuzen» maken.
Scholing is van secundair belang; karaktervorming, daar gaat het om. Alleen als zijn leerlingen gebruik weten te maken van wat ze geleerd hebben, als ze weten wat ze willen en er alles voor over hebben om dat te realiseren, dan zullen ze slagen. Juist de leerlingen van «de hel», aan het begin van de roman de ergste, meest gevreesde klas van de school, lijken daartoe aan het eind van het boek in staat. Bint zelf faalt: hij provoceert de zelfmoord van een leerling en treedt daarom af, maar zijn tuchtsysteem lijkt hem te overleven.