§4: Morfemen

Start les



De les start met 10 minuten lezen in je leesboek!
timer
10:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Start les



De les start met 10 minuten lezen in je leesboek!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Je leert hoe nieuwe woorden worden gevormd 

Slide 2 - Tekstslide

Morfologie - leer van de woordvorming
= de studie naar de bouw van woorden
woordvorming= manier waarop nieuwe woorden gevormd worden door afleidingen, samenstellingen, verbuigingen en vervoegingen

Voorvoegsel of prefix = morfeem dat je vooraan een woord plakt, zodat er een nieuw woord gevormd wordt: on--> onecht

Achtervoegsel of suffix = morfeem dat je achteraan een woord plakt, zodat er een nieuw woord gevormd wordt: loos --> foutloos

Slide 3 - Tekstslide

Morfologie - leer van de woordvorming
Bij een samenstelling combineer je twee woorden die ieder op zich ook weer uit meer woorden kunnen bestaan
bijv: deurbel-> deur + bel

Morfeem (deel van) een woord met een eigen betekenis, dat niet in kleinere woorddelen met eigen betekenissen kan worden opgesplitst.

Slide 4 - Tekstslide

Morfeem
Morfeem = het kleinste betekenisdragende deel van een woord
Door het toevoegen van morfemen, verandert de betekenis van het woord.

talentjes -> talent  +  je  +  s
talent=gave
je= kleine versie van het ZN (talent in dit geval)
s= meervoud van het ZN (talent in dit geval)

Slide 5 - Tekstslide

Woorden vormen met morfemen
Morfeem +
- voorvoegsel (ver-, ont-, ex-)
je krijgt dan een afleiding (het is afgeleid van een morfeem)

- achtervoegsel (-ing, -lijk, 
je krijgt dan een afleiding (het is afgeleid van een morfeem)

Slide 6 - Tekstslide

Gelede en ongelede woorden
Gelede woorden bestaan uit meerdere morfemen 
(zangtalent, talentjes, pannenkoek)
Ongelede woorden bestaan uit één morfeem (talent, groen)

Pannenkoek betekent echt iets anders dan koekenpan, bestaat wel uit dezelfde morfemen

Slide 7 - Tekstslide

Dus:
gelede woorden -> bestaan uit meer morfemen
het woord dat het belangrijkste is binnen een geleed woord, noem je grondwoord -> talentjes

ongelede woorden-> bestaan uit 1 morfeem
vb groen, talent

Slide 8 - Tekstslide

Zelf proberen

  1. Kies een grondwoord (morfeem). Schrijf deze op een blaadje/in je schrift/boek
  2. Maak van dit woord een samenstelling (vb: zangtalent).
  3. Maak van dit woord een afleiding (vb: onschuldig).

Wissel je antwoord uit met degene naast je. 
timer
1:30

Slide 9 - Tekstslide

Vragen?

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk

Cursus 4 paragraaf 4
blz. 96-97

Maken opdracht 1 t/m 4
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Hebben we alle doelen behaald?

Snap je nu hoe woorden worden gevormd?

Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 12 - Tekstslide