Mavo 2 les 5 aangepast CB

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen
Start met lezen in je leesboek

Welkom mavo 2!
timer
2:30
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen
Start met lezen in je leesboek

Welkom mavo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Lezen! Schrijf 5 moeilijke woorden op

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens de les
- Is het stil
- Als je een vraag hebt, dan steek je je hand op
- Werk je zelfstandig
- Luister je naar de docent
- Maak je je opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les
- heb ik gewerkt aan een goede, actieve werkhouding
- kan ik een tekstdoel uit een artikel halen
- Heb ik mijn huiswerk over spreekdoelen nagekeken
- heb ik in mijn leesboek gelezen
- heb ik aan mijn spelling/grammatica gewerkt via NUMO

Slide 4 - Tekstslide

1. Tekstdoel informeren
  • De schrijver wil dat de lezer iets 'leert' van zijn tekst. De tekst is objectief, vooral veel feitelijke informatie.

Voorbeeld: 
  • lesboeken, nieuwsartikelen

Slide 5 - Tekstslide

2. Tekstdoel instructie geven / instrueren
  • De schrijver wil je uitleggen hoe je iets moet doen.

Voorbeeld: 
  • recepten, handleiding IKEA-kast

Slide 6 - Tekstslide

3. Tekstdoel overtuigen
  • De mening van de schrijver staat centraal. De schrijver probeert je met zijn argumenten te overtuigen van zijn mening. 

Voorbeeld: 
  • pleidooi, recensie, betoog, blog

Slide 7 - Tekstslide

4. Tekstdoel activeren
  • De schrijver wil de lezer aanzetten om iets te gaan doen: kopen van een product, stemmen op een partij.

Voorbeeld: 
  • reclameteksten, verkiezingsposter

Slide 8 - Tekstslide

5. Tekstdoel amuseren
  • De schrijver wil de lezer vermaken. De tekst kan verzonnen zijn of gaan over iets wat de schrijver heeft meegemaakt. 

Voorbeeld: 
  • gedicht, strip, blog

Slide 9 - Tekstslide

6 Tekstdoel beschouwen
  • De schrijver wil dat de lezer zelf een mening vormt over een bepaald onderwerp. De schrijver geeft daarom informatie van verschillende kanten. 

Voorbeeld: 
  • sommige krantenartikelen, artikelen met achtergrondinformatie

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel in:
Melk is gezond en daarom moet je het veel drinken
timer
1:00
A
Instrueren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel in:
Als je veel melk drinkt, krijgt je lichaam de nodige calcium binnen, maar ook veel stoffen die niet goed zijn voor je.
timer
1:00
A
Amuseren
B
Activeren
C
Beschouwen
D
Informeren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel in:
Melk is goed voor elk.
timer
1:00
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel in:
De meeste Nederlanders drinken koemelk en geen geitenmelk.
timer
1:00
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Informeren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel in:
Als u de koe wilt melken, zet een emmer, een krukje en een schone doek klaar. Zorg er daarna voor dat uw handen opgewarmd zijn.
timer
1:00
A
Instrueren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel in:
De koe is een merkwaardig beest, wat er ook in haar geest moge zijn, haar laatste woord is altijd : 'boe'.
timer
1:00
A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 16 - Quizvraag

Kern 3 Hoofd- en bijzaken p.10 nakijken

- Kijk zelf na
- Schrijf op wat je niet begrijpt
- Steek je hand omhoog voor uitleg

Slide 17 - Tekstslide

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Volgende les
- Werkhouding
- Spreekdoelen (KERN, herhalen)
- Hoofd- en bijzaken (KERN, nieuwe stof)
- Lezen

Slide 19 - Tekstslide