Sleutelprikkel Een prikkel die, bij motivatie altijd hetzelfde gedrag opwekt.
sperrende jonge vogeltjes
Slide 4 - Tekstslide
Supranormale prikkels
Supranormale prikkel:
Een prikkel die sterker gedrag opwekt dan een normale sleutelprikkel.
broedende scholekster
eieren van de scholekster
scholekster gaat in de broedtijd broeden bij het zien van een gestippeld ei (sleutel prikkel). Ze kiezen liever voor een groot gestippeld ei (supranormale prikkel) dan een kleine. Groter ei veroorzaakt sterkere respons.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan jij...
8.3.1 Je kunt de factoren noemen waardoor gedrag wordt bepaald.
8.3.2 Je kunt verschillende vormen van leren beschrijven.
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen
R
T1
T2
I
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).
Slide 9 - Tekstslide
3 Aangeboren en aangeleerd gedrag
Huiswerk Bladzijde 232 en 233
Opdracht 1, 2, 3 en 4
Slide 10 - Tekstslide
Aangeboren of aangeleerd gedrag?
gedrag wordt bepaald door
erfelijke factoren
aangeboren gedrag
(erfelijk gedrag)
instinct bij dieren genoemd
leerprocessen
gedrag dat ontstaat door te leren
Slide 11 - Tekstslide
Aangeboren gedrag
de zuigreflex is aangeboren gedrag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Aangeleerd gedrag
fietsen is aangeleerd gedrag
Slide 14 - Tekstslide
Aangeboren of aangeleerd?
1 Een baby zuigt melk bij de moeder.
2 Een jachthond rent achter een eend aan.
3 Een kat gebruikt een kattenluikje om naar buiten te gaan.
4 Een meisje speelt gitaar.
5 Een paard schrikt van vuur.
6 Een papegaai zegt hallo.
Slide 15 - Tekstslide
Leerprocessen (vormen van leren)
1. Inprenting
2. Trial and error
3. Conditionering
4. Gewenning
Slide 16 - Tekstslide
Inprenting
Bepaald gedrag wordt aangeleerd in de gevoelige periode (korte periode in het leven van dieren).
Bijvoorbeeld: Het leren herkennen van ouders of soortgenoten.
Slide 17 - Tekstslide
Inprenting
Door inprenting leren jonge ganzen een mens als moeder te aanvaarden.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Trial and error
Trial and error (proefondervindelijk leren):
leren door toevallige ontdekkingen.
Slide 20 - Tekstslide
Trial and error
Een puzzelkooi openen door trial and error.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Conditionering
Het aanleren van gedrag door beloning of straf.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Gewenning
Een bepaalde reactie op een prikkel afleren door de prikkel vaak te herhalen.
Wordt gebruikt om bijvoorbeeld politiepaarden te trainen.
Slide 25 - Tekstslide
Gewenning
Paarden schrikken normaal van vuur (aangeboren gedrag).
Door ze langs brandende voorwerpen te laten lopen, schrikken ze er uiteindelijk niet meer.
De prikkel is er nog wel, maar de angst is er niet meer.
Slide 26 - Tekstslide
Gewenning
Filmpje: doggytalk gewenning op lawaai.
Slide 27 - Tekstslide
Welk leerproces hoort hierbij?
Leren door beloning of straf.
A
gewenning
B
trial and error
C
conditionering
D
inprenting
Slide 28 - Quizvraag
Welk leerproces hoort hierbij? Leren door een prikkel vaak te herhalen.
A
gewenning
B
trial and error
C
conditionering
D
inprenting
Slide 29 - Quizvraag
Welk leerproces hoort hierbij?
Leren door toevallige ontdekkingen.
A
gewenning
B
trial and error
C
conditionering
D
inprenting
Slide 30 - Quizvraag
Welk leerproces hoort hierbij? Leren in een gevoelige periode van het leven.
A
gewenning
B
trial and error
C
conditionering
D
inprenting
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Video
Aan de slag
Eendenkuikens leren, net als ganzen, kort na de geboorte hun moeder te volgen.
In een experiment leerden onderzoekers jonge eendjes om een bewegende bal te volgen. In het diagram van afbeelding 10 is het percentage geslaagde inprenting weergegeven gedurende de eerste 30 uur na het uitkomen van de eendenkuikens.
a Wat is de gevoelige periode bij deze eendjes?
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag
Eendenkuikens leren, net als ganzen, kort na de geboorte hun moeder te volgen.
In een experiment leerden onderzoekers jonge eendjes om een bewegende bal te volgen. In het diagram van afbeelding 10 is het percentage geslaagde inprenting weergegeven gedurende de eerste 30 uur na het uitkomen van de eendenkuikens.
a Wat is de gevoelige periode bij deze eendjes?
De verzorger wil de eendjes leren achter hem te lopen.
b Bij welke leeftijd van de kuikens is de kans het grootst dat zijn opzet slaagt?
Slide 34 - Tekstslide
Nabespreking
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Begrippen uit deze les
Slide 37 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Slide 38 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 39 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen