Thema 3-Hfst 11 Mensen met een verslaving

Thema: Begeleiden bijzondere doelgroepen

Mensen met een verslaving
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema: Begeleiden bijzondere doelgroepen

Mensen met een verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over mensen met een verslavingen

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Mensen met een verslaving
  1. Wat is een verslaving
  2. Hoe ontstaat een verslaving
  3. Soorten verslaving
  4. Hulpverlening bij verslaving
  5. Omgaan met verslaving 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een verslaving
Verslaving => Gebruik van iets dat op den duur schadelijk voor hem is en het niet meer kan laten.

Afhankelijk geworden van een psychoactieve stof =
Stof heeft uitwerking op de psyche en hebben invloed op het gedrag of de beleving van de gebruiker. (alcohol of drugs)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een verslaving
Verslaafd zijn aan activiteiten; 
- internetten
- Gamen
- Niet kunnen stoppen met eten

Alle verslavingen hebben gemeen dat de afhankelijkheid lang kan duren en lichamelijke, psychische en sociaal schadelijke gevolgen heeft. 

Slide 6 - Tekstslide

Criteria 'stoornis in het gebruik van middelen'
Een verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria. 
Er wordt gesproken over een stoornis in het gebruik van middelen. 
(boek pag. 121) 

Slide 7 - Tekstslide

Reden voor gebruik.
Gebruiken omdat:

* Prettiger, energieker of juist ontspannen voelen
* Ervaring dat dingen veel makkelijker gaan (contact leggen / werk)
* Gebruiker komt erachter dat hij het middel niet meer kan missen
* Zoekt een steeds sterker middel om aan de behoefte te voldoen

Slide 8 - Tekstslide

Werking op het brein? 
Dopamine = Gelukshormoon  :-) 
Drugs verstoren de dopaminebalans in de hersenen
Eerst keer gebruiken -> dopamineniveau in de hersenen gaat omhoog. (meer gebruiken -> dopaminehuishouding veranderd - > verminderd aanmaak van dopamine

Steeds meer drugs / alcohol nodig  

Slide 9 - Tekstslide

Erfelijkheid / invloed omgeving
Persoonskenmerken die voor een deel erfelijke zijn spelen mee bij het ontstaan van misbruik of verslaving. 
Psychische factoren:  Temperament van iemand, zelfbeeld, gevoelens , draagkracht
Sociale factoren: (De omgeving waarin iemand leeft).
Lichamelijke factoren: (erfelijkheid, hersenwerking)  



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke soorten verslaving ken je?

Slide 12 - Woordweb

Middelenverslaving
Dit is een verslaving die in stand wordt gehouden door een psychoactief middel. Deze heeft een directe werking op de hersenen. 


Stimulerende middelen: amfetamine, cocaïne, Ritalin
Verdovende middelen: Alcohol, heroïne en Diazepam (Valium)
Geestverruimende middelen: LSD

Slide 13 - Tekstslide

Alcohol en drugsverslaving
Alcohol verslaving komt het meeste voor. Makkelijk verkrijgbaar  en komt vaak voor in combinatie met een andere verslaving.

Drugs= algemeen begrip voor aantal middelen
- Stimulerende drugs ....
- Verdovende drugs ....
- geestverruimende drugs...... 

Slide 14 - Tekstslide

Medicijnverslaving
Medicijnverslaving komt vooral voor bij slaap en kalmeringsmiddelen.
Pijnstillers- niet verslavend (paracetamol) 
Morfine- wel verslavend
Pijnstillers met codeïne - wel verslavend (diazepam, oxazepam -> remmen de activiteit in de hersenen)

Slide 15 - Tekstslide

Computer / scherm verslaving
Computer
Laptop
tablet
smartphone
Veel toepassingen / game-gokverslaving

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hulpverlening bij verslaving
Doel: Cliënten te laten participeren in de maatschappij door zo veel mogelijk gebruik te maken van hun eigen krachten zodat ze weer de regie krijgen over hun eigen leven. 

Er wordt gebruik gemaakt van  ervaringsdeskundigen in de verslavingszorg. 

Slide 18 - Tekstslide

Soorten hulpverlening
GGZ verslavingszorg -> biedt een breed scala met verscheidene vormen van verslavingszorg en hulp bij verslaving. 
* Ervaringsdeskundigen
* Voorlichtingen op scholen
* Bieden van informatie voor gebruikers die willen weten of ze verslaafd zijn.
* Aanbieden van behandelingen

Slide 19 - Tekstslide

Omgaan met mensen met een verslaving
De cliënt kiest samen met de behandelaar een aantal doen
(lange en korte termijn)
Doelen zijn geformuleerd vanuit de kracht van de cliënt. Hierdoor raakt de cliënt gemotiveerd om in beweging te komen.
Actieplan: Hier gaat de cliënt zoveel mogelijk zelf aan werken.
Regelmatig gesprekken tussen de cliënt en de behandelaar

Slide 20 - Tekstslide

Krachtgericht werken
  • Ga uit van een positief mensbeeld; 
  • Ontdek samen waar de krachten van de cliënt liggen;
  • Ontdek samen wat zijn motivatie is en wens; 
  • De werkrelatie tussen behandelaar en cliënt op de eerste plaats;
  • Structuur
  • Welke hulpverleningsbronnen zijn er?
  • Confronteer de cliënt zodra zijn veiligheid of die van een ander in gevaar is.

Slide 21 - Tekstslide

manipulatief gedrag
Bij manipulatief gedrag probeert iemand jou iets te laten doen wat je helemaal niet wil.
Iemand probeert je een richting in te sturen om daar zelf voordeel van te hebben. 


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Afronden

Zijn er vragen?

Slide 24 - Tekstslide