coachen mensen met een beperking - Verslavingszorg

Methoden binnen de Verslavingszorg
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BewegingsagogiekMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Methoden binnen de Verslavingszorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze week 
  • Wat is een verslaving
  • Hoe ontstaat een verslaving
  • Soorten verslaving
  • Hulpverlening bij verslaving
  • Omgaan met verslaving 
  • Rol van een bewegingsagoog 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer spreken we over een verslaving?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer is iemand verslaafd
Wanneer iemand onweerstaanbare behoeft heeft om middelen te gebruiken of iets te doen.

Het verlangen wordt op een gegeven moment meer een afhankelijkheid of zelfs noodzaak.

Willen gebruiken ----> moeten gebruiken 

Slide 4 - Tekstslide

Reden voor gebruik.
Gebruiken omdat:

  •  Prettiger, energieker of juist ontspannen voelen
  •  Ervaring dat dingen veel makkelijker gaan (contact leggen / werk)
  •  Gebruiker komt erachter dat hij het middel niet meer kan missen
  •  Zoekt een steeds sterker middel om aan de behoefte te voldoen

Slide 5 - Tekstslide

Proces van verslaving
1. Experimenteerfase
2. Fase van sociaal of geïntegreerd gebruik
3. Fase van overmatig en schadelijk gebruik
4. Verslavingsfase

Slide 6 - Tekstslide

Factoren die het risico verhogen 
Persoonskenmerken die voor een deel erfelijke zijn spelen mee bij het ontstaan van misbruik of verslaving. 
Psychische factoren:  Temperament van iemand, zelfbeeld, gevoelens , draagkracht
Sociale factoren: (De omgeving waarin iemand leeft).
Lichamelijke factoren: (erfelijkheid, hersenwerking)  



Slide 7 - Tekstslide

Werking op het brein? 
Dopamine = Gelukshormoon  :-) 
Drugs verstoren de dopaminebalans in de hersenen
Eerst keer gebruiken -> dopamineniveau in de hersenen gaat omhoog. (meer gebruiken -> dopaminehuishouding veranderd - > verminderd aanmaak van dopamine

Steeds meer drugs / alcohol nodig  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke verslavingen ken je?

Slide 10 - Woordweb

Soorten middelen
1: Bewustzijn verlagende middelen​
  

2: Bewustzijn verhogende middelen​
      
3: Bewustzijn veranderende middelen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Schadelijkste drug?


Conclusie van de onderzoekers is dat  1.alcohol, 2.tabak, 3.  heroïne en crack 
het hoogst scoorden op totale schadelijkheid.

alcohol en tabak,  geclassificeerd als legale drugs, schadelijker werden beoordeeld dan veel van de illegale middelen uit het onderzoek.

Slide 13 - Tekstslide

Medicijnverslaving
Medicijnverslaving komt vooral voor bij slaap en kalmeringsmiddelen.
Pijnstillers- niet verslavend (paracetamol) 
Morfine- wel verslavend
Pijnstillers met codeïne - wel verslavend 
(diazepam, oxazepam -> remmen de activiteit in de hersenen)

Slide 14 - Tekstslide

Niet-middelgerelateerde (verslavings)stoornissen

Computer
Laptop
tablet
smartphone
Veel toepassingen / game-gokverslaving

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Soorten hulpverlening
GGZ verslavingszorg -> biedt een breed scala met verscheidene vormen van verslavingszorg en hulp bij verslaving. 
* Ervaringsdeskundigen
* Voorlichtingen op scholen
* Bieden van informatie voor gebruikers die willen weten of ze verslaafd zijn.
* Aanbieden van behandelingen

Slide 20 - Tekstslide

Onderwerpen binnen de Hulpverlening bij verslaving
  • Detoxificatie (afkicken)
  • Camouflage en ontkenning
  • Dubbele-diagnosebehandeling (gecombineerde behandeling)
  • Ambulante, semimurale en intramurale hulpverlening
  • Altijd hoop op herstel.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Camouflage en ontkenning
 Rationaliseren van het gebruik 
Projecteren. De omgeving krijgt eigenlijk
 de schuld van het verslavingsgedrag. 

De belangrijkste voorwaarde voor een 
geslaagde behandeling is de motivatie om het
 gebruik te veranderen. Het camoufleren en 
 rationaliseren moeten doorbroken worden.

Slide 23 - Tekstslide

Dubbele diagnose
  • een verslavingsstoornis in combinatie met een andere psychische stoornis (borderline persoonlijkheidsstoornis en en (manische) depressiviteit.
  • 20 tot 50% van de cliënten in de ggz te kampen met verslavingsproblemen
  • 60 tot 80% van de cliënten in de verslavingszorg heeft ook andere psychische aandoeningen

Slide 24 - Tekstslide

Zorgvragers met een dubbele diagnose:
  • Gebruiken eerder opnieuw drugs of krijgen opnieuw last van psychiatrische symptomen
  • Worden vaker opgenomen en zijn minder therapietrouw
  • Zijn vaker dakloos, depressief, suïcidaal en agressief
  • Hebben meer problemen met hun familie
  • Zijn vaker werkloos of hebben langdurige conflicten in de privésfeer

Slide 25 - Tekstslide

ambulante, semimurale en intramurale hulpverlening


Wat is het verschil ????

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Termen binnen de verslavingszorg
Gewenning
                          
 Tolerantie
 
Onthouding

Verslaving

Graving





Slide 28 - Tekstslide

Met "Graving" wordt bedoeld?
A
Vrijwillige beperking
B
Afhankeljkheid
C
Gewenning
D
Hunkering

Slide 29 - Quizvraag

BEHANDELING
Er zijn drie veelvoorkomende behandelvorming voor mensen die verslaafd zijn, namelijk:

  • cognitieve gedragstherapie
  • Minnesotabehandeling
  • ACT (Acceptance and Commitment Therapy)
BEHANDELING
Er zijn drie veelvoorkomende behandelvorming voor mensen die verslaafd zijn, namelijk:

Cognitieve gedragstherapie
ACT (Acceptance and Commitment Therapy)
Minnesotabehandeling

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Het programma bestaat uit twaalf stappen:

  1. U erkent dat u niet met drank of drugs om kunt gaan.
  2. U geeft toe dat u hulp nodig hebt.
  3. U aanvaardt de hulp die u geboden wordt.
  4. U maakt de balans op van uw (verzopen of gedrogeerde) leven.
  5. U spreekt uzelf uit naar een vertrouwenspersoon.
  6. U kijkt naar uw aandeel in wat is misgegaan en u onderzoekt dat.
  7. U uit uw bereidheid om te werken aan uw gedrag en u doet dat ook!
  8. U uit uw bereidheid om de schade te herstellen die u hebt veroorzaakt.
  9. U bekent kleur en u maakt het – waar mogelijk en zo goed mogelijk – goed met deze mensen.
  10. U doet aan zelfonderzoek en u houdt op die manier een vinger aan de pols.
  11. U creëert stilte in uw leven door gebed, meditatie of anderszins.
  12. U geeft hetgeen u hebt geleerd weer door aan een lotgenoot.

Slide 32 - Tekstslide

De bewegingsagoog en gedragskenmerken van verslaafden
 Gedragingen die typerende  zijn voor mensen met een verslaving:

  • zenuwachtig, rusteloos en gejaagd gedrag
  • achterdochtig en soms sociaal teruggetrokken
  • somber, depressief
  • vergeetachtig.

Slide 33 - Tekstslide

 Doelstellingen bij bewegen

  • Verbeteren algemene lichamelijke conditie, reactivering
  • Beleven van plezier, ontspanning, even weg van de verslavingsgedachte
  • Bevorderen van samenspel en sociale gerichtheid (resocialisatie)
  • Bevorderen van een positief zelfbeeld
  • Aanbrengen structuur in dagindeling.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Waar moet je rekening mee houden /Hoe ga je het gesprek aan?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

aandachtspunten/begeleiding
gesprek: open, niet veroordelende en belangstellende houding
daginvulling
voorlichting en psycho-educatie
onvoldoende vocht- en voedselinname

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide

Omgaan met mensen met een verslaving
De cliënt kiest samen met de behandelaar een aantal doen
(lange en korte termijn)
Doelen zijn geformuleerd vanuit de kracht van de cliënt. Hierdoor raakt de cliënt gemotiveerd om in beweging te komen.
Actieplan: Hier gaat de cliënt zoveel mogelijk zelf aan werken.
Regelmatig gesprekken tussen de cliënt en de behandelaar

Slide 41 - Tekstslide

Dubbele diagnoses
Een dubbele diagnose komt met name voor bij mensen die lijden aan schizofrenie, bipolaire stoornissen of een depressie met psychotische kenmerken. 
20 tot 50% van de zorgvragers in de GGZ heeft naast een psychische stoornis ook verslavingsproblematiek. 
In de verslavingszorg heeft 60 tot 80% van de zorgvragers een psychische aandoening.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide

duidelijkheid over grenzen
afdelingsregels

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide