H2 taalverzorging woordsoorten

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • 1-blikagenda
  • Pen
  • Laptop (dicht)











1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • 1-blikagenda
  • Pen
  • Laptop (dicht)











Slide 1 - Tekstslide

  • H2, woordenschat: figuurlijk taalgebruik en woordenboek
  • Cijfer boekverslag in SOM






Vorige lessen

Slide 2 - Tekstslide

Maandag 29 november
  • H2, taalverzorging: opdr. 1 t/m 5 (blz. 54 en 55)
  • H2, taalverzorging: opdr. 1 en 3 (blz. 56 en 57)



Verdelen over de week:
  • Maandag 22 nov.: opdr. 1 en 2 (blz. 54/55)
  • Dinsdag 23 nov.: opdr. 3 t/m 5 (blz. 54/55)
  • Woensdag 24 nov.: opdr. 1 en 3 (blz. 56 en 57)













Huiswerk
Tip:
  • Woordenlijsten H1 en H2 woordenschat herhalen (Quizlets)
  • Theorie H1 en H2 woordenschat

Slide 3 - Tekstslide

Woensdag 1 december: 
  • S.O. woordenschat H1 en H2 (1x)


Toetsen

Slide 4 - Tekstslide

Woensdag 8 december: 
  • G.P. H2 (lezen, woordenschat en taalverzorging) (2x)





Toetsen

Slide 5 - Tekstslide





H2 Taalverzorging (grammatica)



H2 Taalverzorging (formuleren)














Na de lessen deze week...
  • kun je werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

  • kun je voegwoorden op de goede manier gebruiken om samengestelde zinnen te maken. 
 
Doel

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.




Doel

Slide 7 - Tekstslide


werkwoord (ww)


lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (zn)


bijvoeglijk naamwoord (bn)


voorzetsel (vz)




zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt
verschillende vormen: ga, gaat, gaan

de, het, een

woord voor een mens, dier, plant of ding. Ook namen. buurman, kat, oktober, Julia

vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
klein, mooie. 

kort woord, geeft vaak tijd of plaats aan (kastwoord): op, na, tijdens, door

Woordsoorten
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: Het
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 9 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: uit
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
voorzetsel (vz)

Slide 10 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: overgewaaide
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 11 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: geocachen
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 12 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: is
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 13 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: uitdagende
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 14 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: hobby
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 15 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: in
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
voorzetsel (vz)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 16 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: met
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
voorzetsel (vz)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 17 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: het
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
voorzetsel (vz)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 18 - Quizvraag

Het uit Amerika overgewaaide geocachen is een uitdagende hobby waarbij je actief bent in je eentje, met vrienden of met het hele gezin.

Benoem het woord: hele
A
werkwoord (ww)
B
lidwoord (lw)
C
voorzetsel (vz)
D
bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 19 - Quizvraag



stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 







zegt waarvan iets gemaakt is, bijvoorbeeld: zilveren, houten
Woordsoorten

Slide 20 - Tekstslide

Laatste vraag!

Slide 21 - Tekstslide

Door de beslagen ramen zie ik een eiken tafel onder het rieten dak.

Hoeveel stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden tel je?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 22 - Quizvraag

Je kunt werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.




Doel

Slide 23 - Tekstslide



Wat?
  • H2, taalverzorging: opdr. 1 t/m 5 (blz. 54 en 55)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Nakijken H2 woordenschat (vorige weektaak)
  • Maken H2, taalverzorging: opdr. 1 en 3 (blz. 56 en 57)




Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide




Na deze les...

  • kun je werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

Slide 25 - Tekstslide

Volgende lessen: toetsen/weektaak
Maandag 29 november
  • H2, taalverzorging: opdr. 1 t/m 5 (blz. 54 en 55)
  • H2, taalverzorging: opdr. 1 en 3 (blz. 56 en 57)
  • Herhalen theorie en woordenlijsten H1 en H2 woordenschat


Woensdag 1 december: 
  • S.O. woordenschat H1 en H2 (1x)

Woensdag 8 december: 
  • G.P. H2 (lezen, woordenschat en taalverzorging) (2x)






Slide 26 - Tekstslide

Volgende lessen:
Dinsdag:
  • Herhalen woordenschat H1 en H2
  • In de les verder werken aan deze paragraaf

Woensdag:
  • Uitleg taalverzorging formuleren (2e paragraaf) + maken








Slide 27 - Tekstslide