T2 Je leeft samen - 2. Wat is gedrag?

Verzorging
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verzorging

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat gedrag is.
  • Je weet wat een prikkel is.
  • Je weet wat respons is. 
  • Je weet dat gedrag aangeboren of aangeleerd is.
  • Je weet wat normen en waarden zijn.

Slide 2 - Tekstslide

2. Wat is gedrag?
Je loopt langs een bakkerswinkel. Je ruikt taartjes. Opeens merk je dat je honger hebt. Je gaat naar binnen en koop een taartje. Een taartje kopen is een voorbeeld van gedrag.

Gedrag is alles wat een mens of dier doet. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Eerst dit, dan dat
Gedrag bestaat uit meerdere handelingen. Als je iets koopt, zijn
de handelingen: winkel binnengaan, keuze maken, betalen. 

Diehandelingen hebben een vaste volgorde. 
Bijvoorbeeld: eerst betalen, dan pas je aankoop meenemen.

Slide 5 - Tekstslide

Prikkel en respons
Gedrag is een reactie op een prikkel. Een prikkel is iets wat je ziet, hoort, ruikt of voelt. Bijvoorbeeld het zien van de hert een prikkel voor de tijger. 

Een reactie op een prikkel heet een respons. Bij de prikkel ‘een hert!’ was de respons ‘jagen!’ .

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aangeboren of aangeleerd
Gedrag dat een mens of dier niet hoeft te leren heet aangeboren gedrag. Het is gedrag dat een mens of dier al vanaf zijn geboorte vertoont.

Ander gedrag vertoont een dier of mens niet vanzelf. Dit is aangeleerd gedrag. Je leert het jezelf of je leert het van anderen. 


Slide 8 - Tekstslide

Aangeleerd gedrag
Bijvoorbeeld: een kat wil naar buiten. Ze heeft geleerd dat ze dan door het kattenluikje moet.

Veel gedrag van mensen is aangeleerd. Denk maar aan lezen, fietsen, zwemmen en eten met mes en vork.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Normen en waarden
De meeste mensen vinden een fiets stelen verkeerd gedrag. Wat je vindt, wordt bepaald door je normen en waarden. Normen zijn regels over hoe iemand zich hoort te gedragen. Bijvoorbeeld: niet stelen.

Waarden zijn dingen die belangrijk voor je zijn. Bijvoorbeeld: respect
hebben voor elkaar.
Normen en waarden leer je van de mensen om je heen. Daardoor
kunnen ze in verschillende culturen anders zijn.

Slide 11 - Tekstslide


Normen en waarden leer je van de mensen om je heen.


Daardoor kunnen ze in verschillende culturen anders zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn voor jou belangrijke normen en waarden?

Slide 13 - Woordweb

Aan het werk

Thema 2 'Je leeft samen'
Maken: H2. Wat is gedrag?
Bladzijde 45 t/m 51.

Klaar? Cultuuropdracht op de laptop.

Slide 14 - Tekstslide