8.1

8.1 Van procenten naar aantallen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.1 Van procenten naar aantallen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik.

Wat is waar?
A
Bij een verhoudingstabel gebruik je x, :, + en -.
B
Bij een verhoudingstabel hoef je boven en onder niet hetzelfde te doen.
C
Bij een verhoudingstabel gebruik je alleen x en :.
D
Een verhoudingstabel hoef je niet met potlood en geodriehoek te tekenen.

Slide 2 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- kun je rekenen van procenten naar aantallen. 


Slide 3 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?

Slide 4 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's 

procenten 
Klik hier.
De informatie vooraan in de tabel niet vergeten! Bijv. aantal euro's. 

Slide 5 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's      14,50


procenten           100

Slide 6 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's      14,50


procenten           100                 78

Slide 7 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's      14,50    -         11,46


procenten           100       1          79

Slide 8 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's      14,50    -         11,46


procenten           100       1          79
€11,46 
Klik hier.
Vermeld altijd duidelijk je antwoord! 

Slide 9 - Tekstslide

De HEMA geeft op alle schrijfwaren 21% korting. Silke koopt voor €14,50 aan schrijfwaren. 

Hoeveel moet ze betalen?
aantal euro's      14,50    -         11,46


procenten           100       1          79
€11,46 
Wie gebruikt een andere manier??

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 8.1 

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 8.1 

Niet vergeten:

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 8.1 

Niet vergeten:

- schrijf je berekening op

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: Uitleg 8.1 

Niet vergeten:

- schrijf je berekening op

- vermeld duidelijk je antwoord

Slide 14 - Tekstslide