2.4 De vorm en de ligging van de parabool

2.4 De vorm van een parabool
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

2.4 De vorm van een parabool

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

welke formule hoort bij
de blauwe grafiek?
A
f(x)=x23
B
f(x)=x2+3
C
f(x)=x23
D
f(x)=2x2+3

Slide 3 - Quizvraag

welke formule hoort bij
de groene grafiek?
A
f(x)=x23
B
f(x)=x2+3
C
f(x)=x23
D
f(x)=2x2+3

Slide 4 - Quizvraag

wat zijn de oplossingen van onderstaande vergelijking:


x23x+6=4

Slide 5 - Open vraag

wat weet je van de grafiek van
de functie:
h(x)=3x2+2

Slide 6 - Open vraag

a=3
b=0c=3
uitgangspunt is kwadratische formule. 
welke combinaties kun je maken? 
a=0,5
c=0
'brede' parabool
'smalle' parabool
bergparabool
dalparabool
gaat door (0,0)
T(0, 3)

Slide 7 - Sleepvraag

wat zijn de juiste combinaties bij opg 37 (blz 47)?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Opdrachten
Maak de opdrachten van 2.4

Slide 11 - Tekstslide

Einde les

Slide 12 - Tekstslide