Plagen en pesten

PESTEN OF PLAGEN
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PESTEN OF PLAGEN

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
We leren te begrijpen wat pesten is, wat het verschil is tussen pesten en plagen en welke mensen er allemaal betrokken zijn bij een pestsituatie. Ook wordt er nagedacht over hoe je samen een eind kan maken aan een pestprobleem.

Slide 2 - Tekstslide

OPDRACHT 1: QUIZ OVER PESTEN

Slide 3 - Tekstslide

Quiz! Noteer het juiste antwoord op een blaadje
Vraag 1: Hoeveel leerlingen worden er gemiddeld in elke klas NIET gepest?
 A) 25
 B) 15
 C) 10

Vraag 2: Hoeveel leerlingen pesten er gemiddeld in elke klas?
 A) 1
 B) 5
 C) 10


Slide 4 - Tekstslide

Quiz!
Vraag 3: Waar worden meer kinderen gepest? Op de basisschool of middelbare school?
 A) Op de basisschool
 B) Op de middelbare school
 C) Allebei evenveel

Vraag 4: Wie pesten er vaker, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 5 - Tekstslide

Quiz!
Vraag 5: Wie worden er vaker gepest, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 6: Wie gebruiken er vaker fysiek geweld (slaan, schoppen, duwen) bij het pesten?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 6 - Tekstslide

Quiz!
Vraag 7: Wie pesten er vaker via internet, mobiel of social media?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 8: Aan wie vertellen jongeren het het eerste als ze gepest worden?
 A) Aan hun ouders
 B) Aan hun mentor(en)
 C) Aan een vriend of vriendin

Slide 7 - Tekstslide

Quiz!
Vraag 9: Kan iemand die gepest wordt er in zijn eentje voor zorgen dat het pesten ophoudt?
 A) Ja
 B) Nee
 C) Het kan wel maar het is heel moeilijk

Slide 8 - Tekstslide

DE ANTWOORDEN
-> De antwoorden in blauw zijn goed.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 1: Hoeveel leerlingen worden er gemiddeld in elke klas NIET gepest?
 A) 25
 B) 15
 C) 10 (65% van de leerlingen geven aan in meer of mindere mate gepest te worden in een klas.)


Vraag 2: Hoeveel leerlingen pesten er gemiddeld in elke klas?
 A) 1
 B) 5
 C) 10 (75% van de leerlingen geeft aan minstens een beetje betrokken te zijn bij pesten, als pester of als meeloper.)








Slide 10 - Tekstslide

Vraag 3: Waar worden meer kinderen gepest? Op de basisschool of middelbare school?
 A) Op de basisschool
 B) Op de middelbare school
 C) Allebei evenveel


Vraag 4: Wie pesten er vaker, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5: Wie worden er vaker gepest, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 6: Wie gebruiken er vaker fysiek geweld (slaan, schoppen, duwen)bij het pesten?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 7: Wie pesten er vaker via internet, mobiel of social media?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 8: Aan wie vertellen jongeren het het eerste als ze gepest worden?
 A) Aan hun ouders
 B) Aan hun mentor(en)
 C) Aan een vriend of vriendin

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 9: Kan iemand die gepest wordt er in zijn eentje voor zorgen dat het pesten ophoudt?
 A) Ja
 B) Nee
 C) Het kan wel maar het is heel moeilijk

Slide 14 - Tekstslide

Wat viel jullie op aan de antwoorden?

Slide 15 - Tekstslide

OPDRACHT 2: 
WAT IS PESTEN?

Slide 16 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij pesten?

Slide 17 - Open vraag

Beantwoord de vragen op je blaadje

1: Wat is pesten? Omschrijf in jouw eigen woorden wat pesten is.

2: Wat is het verschil tussen pesten en plagen?

Slide 18 - Tekstslide

Wat voor effect heeft het op mensen als zij gepest worden? Hoe voelen zij zich dan?

Slide 19 - Open vraag

Waarom pesten pesters?

Slide 20 - Open vraag

Pesters Pesten omdat
  • Een pester wil macht over anderen. Ze kiezen een zwak slachtoffer en voelen zich machtig.    Dit kan ook zijn omdat ze jaloers zijn op de ander en hen daarom naar beneden halen.
  • Een pester is onzeker. Met een ‘stoere houding’ hoopt de pester dat er tegen hem of haar opgekeken wordt.
  • Een pester kan vroeger zelf gepest zijn.
  • Thuis zijn er problemen (geen aandacht of mishandeling van/door ouders/verzorgers).
  • Een pester wil graag bij een sterke groep horen. Kinderen of jongeren die graag bij een machtig (populair) clubje willen horen, blijken meer te pesten.
  • Een pester is vaker depressief. Het lijkt raar, maar pesten kan voor hen dan een uiting van frustratie zijn en een goed gevoel geven. Uiteraard zijn er veel betere manieren om je gelukkig te voelen.

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT 3: PESTEN OF PLAGEN?

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek het antwoord klassikaal of in teams.
 
We komen samen tot een definitie van pesten. Wat betekent pesten volgens ons? En wat is het verschil met plagen?


Slide 23 - Tekstslide

OPDRACHT 4: WAAROM PESTEN?

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer is het geen plagen maar pesten?

Slide 25 - Open vraag

Bespreek deze vraag:

Wat is volgens ons het verschil tussen pesten en plagen?

Slide 26 - Tekstslide

PESTEN EN PLAGEN
We maken samen een lijst met verschillen tussen pesten en plagen. 
(Gebruik hiervoor de teken pen.)
PESTEN:                                                                   PLAGEN:
-                                                                                    -
-                                                                                    -
-                                                                                    -
-                                                                                    -
-                                                                                    -
-                                                                                    -

Slide 27 - Tekstslide

Hoe kan je het beste omgaan met pestsituatie?

Slide 28 - Open vraag

OPDACHT 5: Een aantal pestverhalen

Slide 29 - Tekstslide

Bespreek deze verhalen klassikaal, wat zou jij antwoorden?


Situatie 1
Mijn naam is Lotte en ik ga binnenkort naar de brugklas. Dat vind ik best wel spannend, want er gaan geen kinderen van mijn oude klas mee naar deze nieuwe school. Hoe maak ik nieuwe vriendinnen in mijn nieuwe klas?



Slide 30 - Tekstslide

Situatie 2
Mijn beste vriend wordt in de klas gepest. Ze zeggen dat hij homo is. Ik wil hem wel helpen, maar als ik er wat van zeg dan lachen ze me uit en zeggen ze dat ik mijn kop moet houden. Ik wil zelf ook niet gepest worden. Wat kan ik doen om mijn vriend te helpen?

Slide 31 - Tekstslide

Situatie 3
Ik ben Johan en ik ben 21 jaar. Ik ben net op school komen werken als docent biologie en ik heb nog niet zoveel ervaring met lesgeven. Ik zie dat een jongen in mijn klas gepest wordt. Wat kan ik doen om hem te helpen?

Slide 32 - Tekstslide

Situatie 4
Op de basisschool werd ik gepest. En nu in de brugklas is het weer begonnen. Waarom moeten ze mij altijd hebben? Ik wil alleen maar dat ze mij met rust laten en mij accepteren zoals ik ben! Ik ben al naar de docent gegaan, maar dat hielp niet echt. Wat kan ik doen?

Slide 33 - Tekstslide


Situatie 5
Ik vind het niet makkelijk om te zeggen, maar ik ben een pester. Ik heb nagedacht over hoe de kinderen zich voelen, om zo gepest te worden. Het moet voor hen een hel zijn om op school te zijn. Ik wil dat het stopt. Maar hoe doe ik dat?

Slide 34 - Tekstslide

OPDRACHT 6: BIJ ONS IN DE KLAS

Slide 35 - Tekstslide


Stel, jij bent de baas in de klas. Wat zou jij doen om ervoor te zorgen dat er in jouw klas niet gepest wordt?

Slide 36 - Open vraag

Voorbeeld van een anti-pestprotocol

Dit is het anti-pestprotocol:
Wij beloven dat we ons aan de volgende afspraken houden om ervoor te zorgen dat iedereen zich prettig voelt op onze school en in onze klas.

We spreken af dat wij:
- Elkaar met respect behandelen                                                       - Geen geweld gebruiken
- Van elkaar spullen afblijven                                                                - Goed luisteren naar elkaar
- Elkaar accepteren zoals we zijn, niet racistisch zijn               - Bij pesten een docent inlichten
   en of discrimineren                                                                                - Elkaar niet buitensluiten
- Elkaar niet uitschelden of belachelijk maken                             - Aardig met elkaar omgaan
- Elkaar niet bedreigen, chanteren of afpersen



Slide 37 - Tekstslide

Afsluiting

Rondvraag:
Wat is het belangrijkste dat je meeneemt na de les van vandaag?

Slide 38 - Tekstslide