Bloeddrukverlagers HVPVPO1PQR

Bloeddrukverlagers
Welke middelen zijn er en hoe werken ze?


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloeddrukverlagers
Welke middelen zijn er en hoe werken ze?


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke middelen tegen hoge bloeddruk ken je?

Slide 3 - Woordweb

Wat is geen mogelijk gevolg van een hoge bloeddruk?
A
CVA
B
Diabetes
C
Hartinfarct
D
Alle drie de antwoorden hiervoor zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Wat kunnen de gevolgen zijn van een permanent te hoge bloeddruk?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Op welke manier kan de bloeddruk verlagen?
A
Vaatvernauwing
B
Meer drinken
C
Lagere hartslag
D
Minder zouten uitplassen

Slide 8 - Quizvraag

Welke bijwerking is het minst logisch om te krijgen bij bloeddrukverlagers?
A
Duizeligheid
B
Flauwvallen
C
Moeheid
D
Hoofdpijn

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe herken je een betablokker aan de naam?
Eindigt op ...
A
- dipine
B
- olol
C
- pril
D
- statine

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen effect van een betablokker?
A
Vertragen hartslag
B
Vernauwing luchtwegen
C
Meer trillen
D
Koude vingers/tenen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Calciumantagonisten werken altijd ...
A
Tegen het bloeddruksysteem
B
Op het hart
C
Plaspillen
D
Vaatverwijdend

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe worden diuretica ook wel genoemd?
A
Bloedverdunners
B
Harttabletten
C
Plasmiddelen
D
Vaatverwijders

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welk diureticum wordt veel gebruikt bij hoge bloeddruk?
A
Bumetanide
B
Epitizide
C
Hydrochloorthiazide
D
Triamtereen

Slide 25 - Quizvraag

Welk diureticum wordt vooral gebruikt bij hartfalen ivm vocht uitplassen?
A
Bumetanide
B
Epitizide
C
Hydrochloorthiazide
D
Triamtereen

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een kenmerkende bijwerking van ACE-remmers, zoals enalapril?
A
Koude vingers en tenen
B
Veel plassen
C
Prikkelhoest
D
Rood hoofd

Slide 30 - Quizvraag

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 31 - Woordweb

Nu maken
Proeftoets in Canvas
Toetsdoelen bestuderen
Vragen?

Slide 32 - Tekstslide