Wetgeving in de zorg

Wetgeving in de zorg
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wetgeving in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een incidentmelding?
A
Een routinecontrole
B
Een onverwachte gebeurtenis melden die schade heeft veroorzaakt
C
Een dagelijkse rapportage van activiteiten

Slide 2 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om incidenten te melden?
A
Om medewerkers te straffen
B
Om herhaling te voorkomen en de veiligheid te verbeteren
C
Om te voldoen aan de dagelijkse verplichtingen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een belangrijke regel voor handhygiëne in de zorg?
A
Handen wassen na elk cliëntencontact
B
Handen wassen alleen aan het einde van de dag
C
Handen wassen alleen voor het eten

Slide 4 - Quizvraag

Waarom is het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) belangrijk?
A
Om je uniformiteit te behouden
B
Om jezelf en de patiënt te beschermen tegen infecties
C
Om er professioneler uit te zien

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent ARBO?
A
Arbeid, Rust en Bedrijfsorganisatie
B
Arbeidsomstandigheden
C
Arbeidsrechten en betalingsopties

Slide 6 - Quizvraag

Noem één manier om ergonomisch te werken.
A
Zware lasten tillen zonder hulpmiddelen zoals tilliften
B
Gebruik maken van hulpmiddelen zoals tilliften
C
Altijd staand werken

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent beroepsethiek?
A
Het volgen van wettelijke regels
B
De morele principes die richtlijnen bieden voor professioneel gedrag
C
Het volgen van persoonlijke voorkeuren

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan een verzorgende bijdragen aan milieuvriendelijke zorg?
A
Door afval te scheiden en energiezuinige apparaten te gebruiken
B
Door afval in dezelfde bak te gooien
C
Door geen aandacht te besteden aan milieukwesties

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent kostenbewust zorgen?
A
Zoveel mogelijk materialen gebruiken
B
Efficiënt en verantwoord omgaan met spullen
C
Geen rekening houden met de kosten

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?
A
Om aan wettelijke eisen te voldoen
B
Om de zorg continu te verbeteren
C
Om minder te hoeven werken

Slide 11 - Quizvraag