gerund uitleg

gerund uitleg
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

gerund uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Gerund 

Slide 2 - Tekstslide

Verb + ing
 a verb (ww) + ing = noun (zelfstandig naamwoord)
We call this: the gerund

shop (verb) + ing = shopping (noun)               = gerund
game (verb) + ing = gaming                                  = gerund
eat (verb) + ing = eating                                            = gerund 

Slide 3 - Tekstslide

Een gerund is het hele werkwoord + ing dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je gebruikt de gerund:

  1. als onderwerp van een zin.



Bedenk een ander voorbeeld waarbij je de gerund als onderwerp in een zin gebruikt.
Smoking is bad for your health.
Roken in slecht voor je gezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

When?
Je gebruikt de gerund (ww+ing:

  • Als zelfstandig naamwoord
  • na ww die een mening uitdrukken (hate/ like/ love/enjoy/dislike/miss/avoid)
  • na deze ww start/ begin/ continue/ stop
  • na voorzetsels (after/ before/ while/ at etc.)

Slide 5 - Tekstslide


use the gerund 

Slide 6 - Open vraag


use the gerund 

Slide 7 - Open vraag

 to-infinitive?
Deze wordt gebruikt:
  • Na ww die een gevoel/gedachte uitdrukken (hesitate/ hope/ want/ expect/ choose
  • Na ww die 'iets zeggen'  uitdrukken (agree/ promise/ demand/ forbid/ refuse
  • In combinatie met would love / would hate/ would like etc
  • Na de ww learn/ manage/ fail/ tend

Slide 8 - Tekstslide

This student refuses to do his homework.
I would love to visit Australia one day.

Let op! Bij to remember zijn twee mogelijkheden
  • Betekent het 'iets onthouden'dan gebruik je infinitive
  • Betekent het 'iets herinneren' dan gebruik je de gerund

Slide 9 - Tekstslide

Fill in gerund or to+infinitive:
I hope ... the exam.(pass)

Slide 10 - Open vraag

to + infinitive or the gerund?
I don't want _______ (leave) yet.

Slide 11 - Open vraag

to + infinitive or the gerund?
________ (laugh) is good for you.

Slide 12 - Open vraag

Fill in gerund or to+infinitive: I hope .... the exam.(pass)

Slide 13 - Open vraag

to + infinitive or the gerund?
He decided _______ (study) biology.

Slide 14 - Open vraag

to + infinitive or the gerund?
I truly dislike _______ (wait).

Slide 15 - Open vraag

to+infinitive or the gerund?
Do you remember ...(write) that article last year?

Slide 16 - Open vraag