Blok 2 - week 1 - les 1 PV tegenwoordige tijd

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Welk werkwoord hoort erbij? Sleep ze naar de goede plek!

Ik ..................................

Hij ..................................

Wij ..................................

bouwen

bouw

bouwt

LESDOEL

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven.

De persoonsvorm is altijd een .....

1. zelfstandig naamwoord
2. een lidwoord
3. een werkwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

werkwoord: logeren

ik-vorm -    ik logeer            dit is de (aangepaste) stam

de ander - hij logeert        dit is de stam + t

meer-          wij logeren      dit is het hele werkwoord

Sleep de persoonsvormen naar de juiste plek!

IK

HIJ

WIJ

Mijn broer ...... me.

1. bevrijd
2. bevrijdt
3. bevrijden

Wij ...... de honden.

1. bevrijd
2. bevrijdt
3. bevrijden

Ik ............ mijn zusje.

1. bevrijd
2. bevrijdt
3. bevrijden

.......... jij de hond?

1. Bevrijd
2. Bevrijdt
3. Bevrijden

Joris ... (blazen) de kaarsjes uit.

William ... (schrijven) netjes .

Lotte ... (houden) van lezen.

Ik ... (vinden) lezen ook leuk.

Hij ... (vinden) lezen ook leuk.

Quincy ... (spellen) de woorden in het dictee bijna allemaal goed.

Maartje ... (vieren) haar verjaardag vandaag.

Peter ... (geven) het huiswerk door aan Anke.

Iris ... (worden) later dokter.

Wat is het onderwerp?

Wie of wat doet iets?

Hoe vind je het onderwerp?

1. Zoek de persoonsvorm. 

2. Wie of wat + persoonsvorm? 

Wat is het onderwerp?

De foto hangt aan de muur.

1. foto
2. De foto
3. hangt
4. muur

Wat is het onderwerp?

De zwarte laptop is van de juf.

1. juf
2. de juf
3. laptop
4. De zwarte laptop

Wat is het onderwerp?
Sjors zit het liefst in de kinderwagen.

Wat is het onderwerp?
Juf Monica geeft het liefste rekenen.

aan het werk

Blok 2

Les 1

We beginnen samen

Klaar: taalblobs

leerkracht.juniorcloud.nl