D I Y lesson about The 'Future' with "to be going to".

D I Y;  Do It Yourself
Deze les ga je voor jezelf aan de slag. De les móet je vandaag maken. Morgen is de les gesloten.
Deze les gaat over de Future  met 'to be going to'.
Je gaat dia's zien met informatie, voorbeelden en opdrachten. 
Neem deze allemaal door op een rustige manier, en je maakt de opdrachten. Aan het eind van deze les weet jij (en ik ook) of je dit grammatica onderdeel snapt of niet. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D I Y;  Do It Yourself
Deze les ga je voor jezelf aan de slag. De les móet je vandaag maken. Morgen is de les gesloten.
Deze les gaat over de Future  met 'to be going to'.
Je gaat dia's zien met informatie, voorbeelden en opdrachten. 
Neem deze allemaal door op een rustige manier, en je maakt de opdrachten. Aan het eind van deze les weet jij (en ik ook) of je dit grammatica onderdeel snapt of niet. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deze les concentreren we ons op
De Future  met                                             '  to be going to   ' .

Slide 3 - Tekstslide

Bekende dia's
Deze dia's heb je vorige week al van mij gekregen via de mail. 
Je gaat nu eerst die power point uit je mail halen, en doornemen op de leesweergave. 
Op de volgende dia zie je hoe je dit moet doen. 
Neem de aantekeningen dus ook over in je dossier. (misschien heb je dit al gedaan) 
Dit doe je onder 'Grammar Tenses' onder  de "Past Simple" en boven de kop "Amount". (Je dossier wordt de volgende les gecontroleerd.) 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Take heed !!! (=let op !!!) 
Schrijf bij de open vragen geen afkortingen
Dus geen: I'm,  you're en he's ,  etc. 
maar: I am,  you are en he is

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day
A
tegenwoordige tijd Present simple
B
verleden tijd Past simple
C
toekomende tijd future

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
tegenwoordige tijd Present simple
B
verleden tijd past simple
C
toekomende tijd Future

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.
A
Tegenwoordige tijd Present simple
B
Verleden tijd Past simple
C
Toekomende tijd Future

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
tegenwoordige tijd Present simple
B
verleden tijd Past simple
C
toekomende tijd Future

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Write the sentence in the future:
I ------ (to buy) a new house next week.

Slide 14 - Open vraag

Write the sentence in the future:
You ------ (to buy) a new car tomorrow.

Slide 15 - Open vraag

Write the sentence in the future:
He ------ (to buy) a new bike next week.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Write the negation in the future:
I-----------(not -to buy) a new house next week.

Slide 18 - Open vraag

Write the negation in the future.
You --- (not - to buy) a new car tomorrow.

Slide 19 - Open vraag

Write the negation in the future:
He ---------- (not - to buy) a new bike next week.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Write the question in the future:
I-----------(to buy) a new house next week?

Slide 22 - Open vraag

Write the question in the future.
You --- (to buy) a new car tomorrow?

Slide 23 - Open vraag

Write the question in the future:
He ---------- (to buy) a new bike next week?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
To be + (not) going to + hele werkwoord
Iets (niet) van plan zijn.
'
Ronan is going to visit his grandparents next week.
To be (not) + Onderwerp +  going to + hele werkwoord? 
Voorspelling met bewijs
Look at those dark clouds. It is going to rain.
Future: to be going to
In het Nederlands gebruiken wij vaak 'gaan'

Slide 26 - Tekstslide

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets volgens vaste tijden verloopt.
C
In een vraagzin vooraan.

Slide 27 - Quizvraag

computer assignment 1
Use the link and make a screen shot (print screen) and paste the print in a word document. 

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/tenses/going_to_future_statements.htm

Slide 28 - Tekstslide

computer assignment 2
Use the link and make a screen shot (print screen) and paste the print in a word document. 

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/tenses/going_to_future_negation.htm

Slide 29 - Tekstslide

computer assignment 3
Use the link and make a screen shot (print screen) and paste the print in a word document. 

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/questions/going_to_future.htm


Slide 30 - Tekstslide

Homework

Learn the first 60 words via Memrise.


Learn the grammar about the ‘future with to be going to’. (page 165)

Do from Unit 4 Lesson 2   Assignment  4


Slide 31 - Tekstslide