Les 4: gebiedende wijs

Werkwoordspelling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Gebiedende wijs
Opdracht



Slide 5 - Tekstslide

Wanneer schrijven we het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord met -en?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Gebiedende wijs
DOE EENS NORMAAL!

  • Een zin met een bevel (opdracht/boodschap).
  • Bij gebiedende wijs staat er geen onderwerp in de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Gebiedende wijs
  • Hoe schrijf je de gebiedende wijs?

  • Als de ik-vorm tegenwoordige tijd:

  • Breng dat direct naar huis.
  • Gooi dat in de prullenbak!

Slide 9 - Tekstslide

Gebiedende wijs
  • Als het woord "u" achter de persoonsvorm (= het werkwoord) staat, dan zijn er twee regels belangrijk om te weten:

  • 1 - 'u' is een lijdend voorwerp --> gebiedende wijs.
  • 2 - 'u' is het onderwerp --> geen gebiedende wijs.


Slide 10 - Tekstslide

Gebiedende wijs
  • De gebiedende wijs enkelvoud wordt gebruikt zonder onderwerp en heeft dezelfde vorm als de ik-vorm van het werkwoord:
  • Loop door.
  • Eet je bord leeg.
  • Schrijf dat op.
  • Soms wordt de infinitief gebruikt:
  • Niet roken.
  • Deur sluiten.

Slide 11 - Tekstslide

Goed of fout?

Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Stap 1: Blaadje
  • Stap 1: Straks roep ik een van de werkwoordspellingstermen, schrijf dan een woord op.
  • Stap 2: De ander maakt daar een zin mee.
  • Stap 3: Schrijf ook je naam erachter tussen haakjes.

Bijvoorbeeld
Stap 1: Schrijf een (PVTT) op. bijvoorbeeld: fietst. 
Stap 2: De fietsende man werd geraakt door een auto.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2 Blaadje
  • Pak nu je blaadje en open deze.
  • Kijk samen met je buurman/buurvrouw naar je blaadje.

  • Kies samen 5 zinnen uit die op jullie blaadjes staan en maak daar samen een verhaal van +/- 15 zinnen van.

  • Schrijf jullie namen boven het verhaal en lever deze bij mij in.

Slide 14 - Tekstslide