Kapitel 1 Klokkijken zelfstandig

Kapitel 1 Klokkijken zelfstandig
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 1 Klokkijken zelfstandig

Slide 1 - Tekstslide

wie schreibt man 4?
A
vier
B
fier
C
fünf
D
vir

Slide 2 - Quizvraag

wie schreibt man 1?
A
erste
B
ein
C
eine
D
eins

Slide 3 - Quizvraag

wie schreibt man 8?
A
agte
B
achter
C
acht
D
achste

Slide 4 - Quizvraag

wie schreibt man 13?
A
driezehnte
B
dreizehn
C
zehndrei
D
sehdrie

Slide 5 - Quizvraag

wie schreibt man 21?
A
zwanzigein
B
einundzwanzig
C
einzwanzig
D
einundtswanzig

Slide 6 - Quizvraag

wie schreibt man 30?
A
dreißig
B
dreizig
C
dreitsig
D
dreitig

Slide 7 - Quizvraag

wie schreibt man 54?
A
vierundfoenftsig
B
fünfzig
C
vierundfünfzig
D
fünfzigvier

Slide 8 - Quizvraag

wie schreibt man 82?
A
zweiundachtzig
B
zweiuntachttsig
C
achtzigundzwei
D
zweiachtzig

Slide 9 - Quizvraag

wie schreibt man 100?
A
hondert
B
hunderd
C
hundert
D
honderd

Slide 10 - Quizvraag

wie schreibt man 101?
A
hunderteins
B
honderdeins
C
hunderdeins
D
hunderdunteins

Slide 11 - Quizvraag

wie schreibt man 108?
A
hunderdachste
B
hundertacht
C
hunderdacht
D
huntertacht

Slide 12 - Quizvraag

wie schreibt man 1000?
A
tausend
B
tauzend
C
tauzent
D
tausent

Slide 13 - Quizvraag

wie schreibt man 1080?
A
tausendacht
B
tausendachtzig
C
tauzentachtzig
D
tausentacht

Slide 14 - Quizvraag

wie schreibt man 4?

Slide 15 - Open vraag

wie schreibt man 1?

Slide 16 - Open vraag

wie schreibt man 8?

Slide 17 - Open vraag

wie schreibt man 13?

Slide 18 - Open vraag

wie schreibt man 21?

Slide 19 - Open vraag

wie schreibt man 52?

Slide 20 - Open vraag

wie schreibt man 85?

Slide 21 - Open vraag

wie schreibt man 100?

Slide 22 - Open vraag

wie schreibt man 107?

Slide 23 - Open vraag

wie schreibt man 140?

Slide 24 - Open vraag

wie schreibt man 1000?

Slide 25 - Open vraag

wie schreibt man 1010?

Slide 26 - Open vraag

Die Uhr lesen

Slide 27 - Tekstslide

Wie spät ist es?
  • Uur= Uhr 
  • Half= Halb
  • Kwart= Viertel
  • Over= nach
  • Voor= Vor
  • Kwartier= ein Viertel

Es ist.......fünf nach halb zehn

Slide 28 - Tekstslide

Klokkijken
 
Aan de hand van kloktijden, kan je in het Duits de tijd aangeven.
Nu voor het echie!
Schrijf de hele zin op!
(schrijf voor de zekerheid de belangrijkste woorden op een spiekbriefje)
DUS bijv.: Es ist...nach....vor......viertel....halb....Uhr

Slide 29 - Tekstslide

Wie spät ist es?

Slide 30 - Open vraag

Wie spät ist es?

Slide 31 - Open vraag

Wie spät ist es?

Slide 32 - Open vraag

Wie spät ist es?

Slide 33 - Open vraag

Wie spät ist es?
Kan je het getal niet ook op schrijven?

Slide 34 - Open vraag

Wie spät ist es?
Kan je het getal niet ook op schrijven?

Slide 35 - Open vraag