economische crisis hoofdstuk 3 deel 3

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • ken je de kenmerken van laag,- en hoogconjunctuur
  • ken je de gevolgen van laag,- en hoogconjunctuur
  • ken je de begrippen arbeidsinkomensquote en overige inkomenquote en kun je ermee rekenen
  • kun je de bruto,- en netto toegevoegde waarde uitrekenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • ken je de kenmerken van laag,- en hoogconjunctuur
  • ken je de gevolgen van laag,- en hoogconjunctuur
  • ken je de begrippen arbeidsinkomensquote en overige inkomenquote en kun je ermee rekenen
  • kun je de bruto,- en netto toegevoegde waarde uitrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Conjunctuur

Slide 2 - Tekstslide

kenmerken hoogconjunctuur

Slide 3 - Tekstslide

Gevolgen hoogconjunctuur

Hoogconjunctuur: effectieve vraag (totale vraag) stijgt harder dan de trend

  • vraag groter dan productiecapaciteit;                        gevolg: prijzen stijgen
  • vraag arbeid groter dan aanbod arbeid;                    gevolg: loon stijgt
  • lange levertijden

Slide 4 - Tekstslide

kenmerken laagconjunctuur

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen laagconjunctuur: werkloosheid

In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus weinig productie, met als gevolg weinig werkgelegenheid en dus hoge werkloosheid.


 

Slide 6 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
f




Omzet  - Inkoop  (grondstoffen)  = toegevoegde waarde

Slide 7 - Tekstslide

Netto toegevoegde waarde
Bruto  toegevoegde-  waarde
Afschrijvingen

Slide 8 - Tekstslide

Categoriale inkomensverdeling
Verdeling van het inkomen over de verschillende productiefactoren. 
LQ loonquote  = loon : binnenlands inkomen x 100%
AIQ arbeidsinkomensquote = (loon + toegerekend loon zelfstandigen) : binnenlands inkomen x 100%
OIQ overige inkomensquote = 100% - AIQ


Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsinkomensquote
(Loon werknemers + loon zelfstandigen ) / BBP x 100

Hoe hoger de arbeidsinkomensquote, hoe lager de overige inkomensquote; dus hoe lager de winstquote ook is!

Slide 10 - Tekstslide

overige-inkomensquote
winst + rente + huur + pacht / totale inkomen x 100 %

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen gehaald?
  • ken je de kenmerken van laag,- en hoogconjunctuur?
  • ken je de gevolgen van laag,- en hoogconjunctuur?
  • ken je de begrippen arbeidsinkomensquote en overige inkomenquote en kun je ermee rekenen?
  • kun je de bruto,- en netto toegevoegde waarde uitrekenen?

Slide 12 - Tekstslide

huiswerk
maken 3.16 t/m 3.23

Slide 13 - Tekstslide