Het lidwoord

Het lidwoord
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het lidwoord

Slide 1 - Tekstslide

BONJOUR
  • Pour cette leçon, on a besoin d'un :
  • Ordinateur
  • Cahier
  • Stylo

  • ET ON ECOUTE! 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Na deze les kennen jullie de franse lidwoorden en kunnen jullie deze op de goede manier in zinnen gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ook alweer een lidwoord?

Slide 4 - Woordweb

Zijn er regels?
Waarom de?
Waarom het?

Wie kan het uitleggen?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil?

Bepaald lidwoord: le, la, l', les

Onbepaald  lidwoord: un, une, des

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

En Français...
Enkelvoud:   le                Meervoud:   les
                          la
                          l'

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
le    -> mannelijk
la    -> vrouwelijk 
les ->  meervoud
l'     ->   voor de klinkers & 'stomme h'

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Schema lidwoorden
(schrijf in je schrift)
lidwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud (S)
bepaald
(de / het)
le/l'

le lapin
l'homme
la/l'

la mer
l'école
les

les copains
onbepaald

(een)
un

un poisson

une

une plage
des

des portables

Slide 17 - Tekstslide

Vul het lidwoord in:
... chien (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 18 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... cour (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 19 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... père (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 20 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... enfants (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 21 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... mère (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 22 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
école (v)
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 23 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 24 - Quizvraag

OPDRACHT

Schrijf de 5 woorden over
Vul het juiste lidwoord in
Max. 2 minuten
Als je klaar bent vergelijk je diegene naast je...

Slide 25 - Tekstslide

C'est parti !
  1. .......... ville        = de stad (v)
  2. .......... livre       = het boek (m)
  3. .......... garçon = de jongen (m)
  4. .......... avion    = het vliegtuig (m)
  5. .......... filles     = de meisjes (mv-v)
timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

Samenvatting
                  
                  le   <----->  un                                      le livre --> un livre                              la    <----->  une                                   une table --> la table  
                  l'    <-----> un of une                          l'école (v) --> une école
                  les   <-----> des                                   les profs  --> des profs

Slide 27 - Tekstslide

Vervang 'la' door
un of une :
'la famille'

A
un famille
B
une famille

Slide 28 - Quizvraag

Vervang 'le' door
un of une
'le chat'
A
un chat
B
une chat

Slide 29 - Quizvraag

Vervang l' door
un of une :
'l'école'
A
un école
B
une école

Slide 30 - Quizvraag


On est dans ______ grande tente.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 31 - Quizvraag


J'adore ______ saucisses.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 32 - Quizvraag

Sophie a un chien.
On joue beaucoup avec ______ chien.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 33 - Quizvraag


Gabriel est ______ ami de Jules.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 34 - Quizvraag

Le chien s'appelle Bruno.
C'est ______ chien adorable.
A
un
B
une
C
des

Slide 35 - Quizvraag

La tente est confortable.
C'est ______ grande tente.
A
un
B
une
C
des

Slide 36 - Quizvraag

Le camping 'Le Lac Bleu'
est ______ camping en Dordogne.
A
un
B
une
C
des

Slide 37 - Quizvraag

Hoe zet je Franse woorden in het meervoud:

Slide 38 - Tekstslide

Zet in meervoud:
le frère

Slide 39 - Open vraag

Zet in meervoud:
la fille

Slide 40 - Open vraag

Zet in meervoud:
l'hôtel

Slide 41 - Open vraag