Klimaatvraagstukken H2 en H3 herhaling

4 vwo Klimaatvraagstukken H3 en H4
Bespreken klimaatvraagstukken
Zelfstandig werken/vragen stellen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4 vwo Klimaatvraagstukken H3 en H4
Bespreken klimaatvraagstukken
Zelfstandig werken/vragen stellen

Slide 1 - Tekstslide

Bij een vulkaanuitbarsting wordt het op korte termijn warmer en op langer termijn kouder
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

De invloed van zeestromen op het klimaat wordt tot de interne variabelen gerekend
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De rol van de mens
-Opkomst en ontwikkeling van de landbouw
-De bevolkingsgroei en industrialisatie
-Toenemende mate verstedelijking

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Noem twee overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Bangladesh?

Slide 6 - Open vraag

Verzilting kun je voorkomen door drainage.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Wat verandert er aan de watersituatie in een gebied met veel ontbossing?
A
De infiltratie van regenwater neemt toe.
B
De hoeveelheid neerslag neemt toe.
C
De kans op verdroging van de grond neemt toe.
D
De kans op overstromingen neemt af.

Slide 8 - Quizvraag

Net als Bangladesh heeft Nederland wel eens last van . . . . . . . . .
A
Lage waterstanden in de rivieren
B
Heftige waterstanden in de rivieren
C
Hoge waterstanden in de rivieren
D
Een hevige storm

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Maatregelen
  • Brongerichte maatregelen
  • Symptoombestrijding

> Welke maatregelen kan je bedenken voor de industriesector, de transportsector en op persoonlijk niveau?
> Zijn dit brongerichte maatregelen of is dit meer symptoombestrijding?


Slide 11 - Tekstslide

Industrie
-> Handel in emissierechten
Symptoombestrijding of brongericht?


Slide 12 - Tekstslide

Welke duurzame energiebron is het meest geschikt voor Nederland?
A
Windenergie
B
Zonne-energie
C
Waterenergie (hydro-elektriciteit)
D
Geothermische energie (aardwarmte)

Slide 13 - Quizvraag

Welke manier van energie opwekken kan de meeste energie opwekken?
A
Kern energie
B
Duurzame energie
C
Fossiele energie

Slide 14 - Quizvraag

Zonne-energie is een duurzame energiebron. "duurzaam" betekent:
A
raakt op
B
meerdere keren te gebruiken
C
raakt nooit op
D
er komt steeds minder van

Slide 15 - Quizvraag

Beleid en belangen
-Verdrag van Kyoto
-Europees beleid
-Nederlands beleid

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
-Opdrachten maken
-Leren
-Samenvatten
-Elkaar overhoren

Slide 17 - Tekstslide