In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H4 Nieuw geloof, nieuw land
Tijd ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Vroeg Moderne Tijd (1500-1800)
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling B2 Problemen in de kerk
Slide 2 - Tekstslide
Wat past rond 1500 bij een goed christelijk leven?
A
De armen helpen
B
Genieten van het leven op aarde
C
In grote rijkdom leven
D
Ketterse ideeën hebben
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet de rechtbank die door de christelijke kerk werd opgericht?
A
Inkwiesietie
B
Inqwiesietie
C
Inquisitie
D
Inquisietsie
Slide 4 - Quizvraag
Om welke twee redenen richtte de kerk de inquisitie op? Sleep die antwoorden naar het hokje.
De kerk wilde voorkomen dat de ketters een plekje in de hemel zouden krijgen.
De kerk zou uit elkaar vallen, als iedereen op zijn eigen manier zou geloven.
Ketters moesten worden vervolgd, omdat ze niet meer in god geloofden.
Ketters overtraden de wet en moesten daarom voor een rechtbank komen.
Volgens de kerk was er maar één juiste manier om te geloven. .
Slide 5 - Sleepvraag
Waarvan is aan aflaat (briefje om in de heel te komen) volgens Luther een bewijs?
A
Dat iemand de kerk begonnen was met een hervorming.
B
Dat de kerk vooral geld wilde verdienen.
C
Dat iemand de regels van de kerk had overtreden.
D
Dat iemand met deze brief een plekje in de hemel kreeg.
Slide 6 - Quizvraag
Welke twee stromingen ontstonden er binnen de kerk?
A
katholieken en
rooms-Katholieken
B
rooms-protestanten en katholieken
C
rooms-protestanten en rooms-katholieken
D
katholieken en protestanten
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor soort verandering is de hervorming?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek-bestuurlijk
D
sociaal
Slide 8 - Quizvraag
Is de kritiek van Luther een oorzaak of gevolg van de hervorming?
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 9 - Quizvraag
Is de oorlog tussen de katholieken en protestanten een oorzaak of gevolg van de hervorming?
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 10 - Quizvraag
B3 Onrust in de Nederlanden
Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden.
Je kunt twee redenen noemen waarom meer mensen in de Nederlanden ontevreden waren over Spaanse bestuur.
Je kunt een oorzaak en een gevolg noemen van de beeldenstorm.
Slide 11 - Tekstslide
De Nederlanden
Je kunt beschrijven wat de Spaanse koning rond 1550 wilde veranderen aan het bestuur in de Nederlanden.
Slide 12 - Tekstslide
De Nederlanden
Nederland aan het begin van de 16e eeuw
1500-1600
Slide 13 - Tekstslide
Bestuurd door koning Karel V
Spanje
Spaanse koloniën in Amerika
Duitse gebieden
Italiaanse gebieden
De Nederlanden
Heerser van
Slide 14 - Tekstslide
De Nederlanden: 17 gewesten
Elk gewest heeft
Een eigen bestuur
Eigen rechtspraak
Eigen wetten
Slide 15 - Tekstslide
Bestuur van een gewest: stadhouder
plaatsvervanger van de koning in een gewest
adel
zorgen voor rust en orde
Advies geven aan koning
Slide 16 - Tekstslide
Willem van Oranje
Stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland
Slide 17 - Tekstslide
Karel V wil een centraal bestuur
In alle gewesten dezelfde wetten en belastingen.
Bestuur komt vanaf één plek.
Slide 18 - Tekstslide
Zoek in je lesboek op waarom Karel V een centraal bestuur wilde invoeren.
Slide 19 - Open vraag
Filips II
1555 (opvolger Karel V) in Spanje en Nederland
- Centraal bestuur
- Macht adel verkleinen
- Ambtenaren inhuren.
- Katholiek
Slide 20 - Tekstslide
Maken en nakijken
Opdracht 3 + 4
Slide 21 - Tekstslide
Groeiende ontevredenheid
Je kunt twee redenen noemen waarom meer mensen in de Nederlanden ontevreden waren over Spaanse bestuur.
Slide 22 - Tekstslide
Groeiende ontevredenheid
Steeds meer mensen waren ontevreden over het Spaanse bestuur.
Slide 23 - Tekstslide
1: Nederlandse edelen en gewesten wilde geen centraal bestuur
Macht van edelen werd daardoor kleiner.
Koning kon dan zomaar belasting verhogen.
Slide 24 - Tekstslide
2. Tegen vervolging van de protestanten
Filips II was streng katholiek en wilde protestanten streng laten vervolgen.
Slide 25 - Tekstslide
Deze prent laat zien hoe veel mensen in de Nederlanden dachten over Filips II. Zij vonden hem een tiran. Protestanten werden, in opdracht van Filips, opgehangen, onthoofd of op de brandstapel gezet. (Afbeelding uit 1618-1624.)
Slide 26 - Tekstslide
Maken en nakijken
Opdracht 6
Slide 27 - Tekstslide
De beeldenstorm
Je kunt een oorzaak en een gevolg noemen van de beeldenstorm.
Slide 28 - Tekstslide
De beeldenstorm
Bekijk het filmpje op de volgende slide en maak daarna de bijhorende opdrachten.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Maken en nakijken
Opdracht 7+8+9+10AB + 11
havo: ook 10C
Slide 31 - Tekstslide
00:39
Wat is een ketter?
A
Iemand die geloofd in het christendom.
B
Iemand die gelooft in andere ideeën dan het christendom.
C
Iemand die niet naar de kerk gaat.
Slide 32 - Quizvraag
01:09
In welk jaar vond de beeldenstorm plaats?
A
1550
B
1555
C
1560
D
1566
Slide 33 - Quizvraag
01:19
Landvoogdes
Plaatsvervanger van de Spaanse koning voor het bestuur van de Nederlanden.
De stadhouder was de plaatsvervanger van de koning in een gewest.
Slide 34 - Tekstslide
01:29
Raad van beroerte
Rechtbank die was opgericht om personen die hadden meegedaan aan de beeldenstorm op te pakken.
Slide 35 - Tekstslide
Noem twee dingen die je deze les hebt geleerd.
Slide 36 - Open vraag
Wat is nog niet helemaal duidelijk uitgelegd voor je?