Herhaling 8.1 8.2 8.3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De betalingsbalans geeft de waarde weer van de:
A
geïmporteerde en geëxporteerde goederen
B
geïmporteerde en geëxporteerde diensten
C
geïmporteerde en geëxporteerde goederen en diensten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is GEEN reden om een product te importeren naar Nederland?
A
Buitenlandse prijzen zijn goedkoper
B
Buitenlandse producten zijn van betere kwaliteit
C
Buitenlandse consumenten willen meer verschillende keuzes kunnen maken
D
In Nederland kost het verbouwen van een product te veel moeite omdat het klimaat in Nederland er niet helemaal voor geschikt is.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is wederuitvoer?
A
de totale uitvoerwaarde
B
geëxporteerde goederen worden weer geïmporteerd
C
geïmporteerde goederen worden weer geëxporteerd
D
Een groot deel van het Nationaal Inkomen bestaat uit export

Slide 5 - Quizvraag

In 2012 was in Nederland de import 425 miljard, de export 375 miljard en het nationaal inkomen 607 miljard.
Hoe groot was de importquote?
A
61,8%
B
70%
C
1,3%
D
142%

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de EMU
A
Europese Militaire Unie
B
Euro Munt Unie
C
Europese Munt Unie
D
Europese Monetaire Unie

Slide 7 - Quizvraag

Landen waar je met de euro kunt betalen zijn lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
A
onjuist
B
juist

Slide 8 - Quizvraag

Welke instantie zorgt voor stabiele prijzen in de Europese Unie
A
Europese Rekenkamer
B
Europese Commissie
C
Europese Raad
D
Europese Centrale Bank

Slide 9 - Quizvraag

In 2012 was in Nederland de import 425 miljard, de export 375 miljard en het nationaal inkomen 607 miljard.
Hoe groot was de exportquote?
A
61,8%
B
70%
C
1,3%
D
142%

Slide 10 - Quizvraag

Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote

Slide 11 - Quizvraag

De waarde in euro's van de goederen die we exporteren noem je:
A
invoerwaarde
B
uitvoerwaarde
C
verkoopwaarde
D
exporteur

Slide 12 - Quizvraag

Als je in Duitsland naar de kapper gaat is dat:
A
Importeren
B
Exporteren

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 14 - Quizvraag

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen protectiemaatregel?
A
accijns heffen
B
contingentering
C
invoerrechten heffen
D
exportsubsidies

Slide 16 - Quizvraag

Welke protectiemaatregel hoort bij het onderstaande?
Blokker mag geen aardewerk uit China meer kopen omdat het Europese maximum bereikt is.
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Invoerverbod
D
Importheffing

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de doelstelling van de
Wereld Handelsorganisatie?
A
Meer protectie
B
Vrijhandel
C
Microkrediet
D
Buffervoorraden

Slide 18 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro daalt,
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter.
B
beter.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide