2.2 Het Verteringsstelsel

Welkom bij Biologie
  • Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  • Ga zitten op je stoel
  • Oortjes doe je uit
  • Je jas hang je over je stoel
  • Pak je chromebook, boek, schrift + pen
  • Wacht rustig voor en maak het start opdracht in de volgende dia, 

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Biologie
  • Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  • Ga zitten op je stoel
  • Oortjes doe je uit
  • Je jas hang je over je stoel
  • Pak je chromebook, boek, schrift + pen
  • Wacht rustig voor en maak het start opdracht in de volgende dia, 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht - ZS
Pak je boek , schrift & pen
Maak opdrachr 3 , blz 99 in je boek

Klaar?
Lees blz. 105-108
en maak een begrippen lijst in je schrift. 





timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Herhaling vorige les
Leerdoelen
Uitleg verteringsstelsel
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koolhydraten


brandstof
reservestof
bouwstof

 

Zetmeel is een koolhydraat.
Als zetmeel tijdens het verteringsproces verteerd wordt (in stukjes wordt 'geknipt'), dan ontstaat glucose. Dat is een belangijke brandstof voor het functioneren van bijvoorbeeld de hersenen.
Koolhydraten leveren vooral brandstof, ze zijn belangrijk om optimaal te kunnen bewegen, denken en bijv. je te kunnen concentreren. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten

Brandstof
reservestof
bouwstof
De belangrijkste functie: Brandstof. Als je teveel vet binnenkrijgt, slaat je lichaam het op als reservestof. Bijv. onder je huid of rond je organen. Er zijn 2 belangrijke soorten vetten:


Verzadigd vet = Verkeerd vet.
Het zit in veel dierlijke producten,
in koek, gebak en snacks.

Onverzadigd vet = Oké vet = goed vet.
Het zit in bijv. margarine, olijfolie, vis en noten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten


bouwstof
brandstof
Dit zijn de belangrijkste bouwstoffen voor je lichaam. Bijv. voor de groei.

Zijn belangrijk voor de opbouw,
het onderhoud en reparatie van onze lichaamsweefsels. Bijvoorbeeld voor de huid, organen en spieren.

Eieren, vlees, zuivel, vis en zaden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen

bouwstof
beschermende stof
Ze zorgen voor een goede stofwisseling. Als je er te weinig van binnenkrijgt, word je ziek!

Belangrijke vitaminen zijn bijv.
A: Om goed te zien --- D: Kalk voor je botten.
D maakt je lichaam aan m.b.v. zonlicht.
C, D en K zijn ook belangrijk.
Vitaminen worden niet verteerd.
Ze kunnen direct worden opgenomen door het lichaam

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen/zouten


bouwstof
beschermende stof


Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en normale groei en ontwikkeling. Je hebt er maar een klein beetje van nodig per dag. In gezonde voeding zit voldoende.

Mineralen worden niet verteerd.
Ze kunnen direct worden opgenomen door het lichaam. Voorbeelden van mineralen zijn:
Zink, ijzer, calcium (kalk), natrium.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
In je schrift schrijven
Wat zijn voedingsmiddelen?

Noem de 4 functies van voedingsstoffen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Wat zijn voedingsmiddelen?
alle producten die men eet of drinkt
Noem de 4 functies van voedingsstoffen
• brandstof
• bouwstof
• reservestof
• beschermende stof

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.
  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
  • Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2 - Voeding en Vertering
2.1 Voedingsmiddelen en voedingstoffen
2.2 Het verteringsstelsel
2.3 De organen voor vertering
2.4 Gezonde voeding
2.5 Voedselbederf
Samenhang: Astronautenvoeding

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het verteringsstelsel
is ongeveer 9
meter lang. Het heeft ongeveer
24 uur nodig om
voedsel te 
verteren
Vertering = Het afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering
  • Verteringsstelsel 
  • Darmkanaal (kanaal van de mond tot de anus )
  • Direct opnemen: glucose, water, vitaminen en mineralen. 
  • Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten. 
  • Dit moet verteerd worden


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van mond naar kont (Darmkanaal)
  1. Mond
  2. Slokdarm
  3. Maag
  4. Twaalfvingerige darm
  5. Dunne darm
  6. Dikke darm
  7. Endeldarm           
  8. Anus

Mond
Slokdarm
Lever
Maag
Alvleesklier
Dikke darm
Dunne darm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebit
  • Waarom hebben we een gebit? 
  • Wat is het nut van kauwen?
     

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebit
  • Waarom hebben we een gebit? 
  • Wat is het nut van kauwen?
     - Oppervlaktevergroting!
Kauwen helpt verteren: 
-  Het bewerken van voedsel in je     darmkanaal totdat de       voedingsstoffen kunnen worden   opgenomen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen = Oppervlaktevergroting
Door te kauwen worden de stukjes verdeeld in kleinere stukjes waardoor het oppervlakte wordt vergroot

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen stap 1
(Mechanische vertering)
Verteringssappen stap 2
(Chemische vertering)

Slide 21 - Tekstslide

Mechanische vertering
Te Doen (ZS)
Pak je boek
Maak opdracht 1 t/m 3 , blz.108 t/m 109
Klaar?
Maak een begrippenlijst van basisstof 2.2 in je schrift 
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen bevatten enzymen 
Verteringsklieren:
  • Speekselklieren 
  • Maagsapklieren 
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 stappen verterings-enzymen

1. Binden

2. Knippen

3. Loslaten
Specifiek = Sleutel - slot principe


Substraat

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen
  • Versnellen de chemische vertering
  • Sleutel-slot principe --> enzymen zijn specifiek 
  • Voor elke reactie is een ander enzym nodig!
  • Voor enzymen in ons lichaam is 37 °C een optimale temperatuur 

Slide 25 - Tekstslide

Mechanische vertering
Darmperistaltiek
  • Het voedsel verplaatst zich door darmperistaltiek.
  • Lengte- en kringspieren trekken om de beurt samen.
  • Voedsel wordt vooruit geduwd.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmperistaltiek
    Schema darmperistaltiek

  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verteren
  • Wat is vertering?
  • Hoe wordt eten verteerd?
  • Stap 1 en stap 2
  • Wat doen verteringsklieren?
  • Noem een verteringssap

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Lees 2.2 , Blz. 105 t/m 108 (Het verteringsstelsel)
Maak opdrachten 4 t/m 9 , blz. 110 t/m 112

Klaar? 
Maak een begrippenlijst van 2.2

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies