1TH - 3.1 - steeds kleinere groepen


Thema 3: Ordening



Basisstof 1:
Steeds kleinere groepen




1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Thema 3: Ordening



Basisstof 1:
Steeds kleinere groepen




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 1
 -  Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken
 -  Je kunt de cel kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en                 bacteriën
 -  Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij verdere indeling van rijken

Slide 2 - Tekstslide

Stukje herhaling 
Thema 1 en thema 2

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 4 - Open vraag

Welk onderdeel in de cel stuurt alles aan?
A
Celwand
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Celmembraan

Slide 5 - Quizvraag

Schimmel is een organisme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Elke cel heeft een celwand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een levenskenmerk.

Slide 8 - Open vraag

Organismen in groepen
  • Organismen kunnen we in groepen verdelen.
  • Dit doen we aan de hand van kenmerken
  • Kenmerken = eigenschappen waarmee je organismen kunt onderscheiden. 

Slide 9 - Tekstslide

De hoofdgroepen
Twee hoofdgroepen:
  1. Prokaryoten: kleine eencellige organismen zonder celkern.
  2. Eukaryoten: grote eencellige of meercellige organismen met een celkern

Slide 10 - Tekstslide

Welke hoofdgroep heeft celkernen?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke hoofdgroep horen mensen?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 12 - Quizvraag

In welk rijk horen mensen volgens biologen?
A
Planten
B
Chromista
C
Dieren
D
Schimmels

Slide 13 - Quizvraag

Celkenmerken prokaryoten:
Bacteriën en archaea

Slide 14 - Tekstslide

Celkenmerken eukaryoten: chromista

Slide 15 - Tekstslide

Celkenmerken eukaryoten: Protozoa

Slide 16 - Tekstslide

Celkenmerken eukaryoten: schimmels

Slide 17 - Tekstslide

Celkenmerken eukaryoten: planten

Slide 18 - Tekstslide

celkenmerken eukaryoten: dieren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

volgorde groepering

ezelsbruggetje:

dokter, scheikunde of geschiedenis.
(dr, sk of gs)

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld vertakkingsschema

Slide 22 - Tekstslide

zet in de juiste volgorde
zet de groepen op de juiste plek in het rijtje
rijken
stammen
klassen
families
geslachten
soorten
domeinen
orden

Slide 23 - Sleepvraag

Welke groep ontstaat er na de groep 'families'?
A
rijken
B
soorten
C
orden
D
geslachten

Slide 24 - Quizvraag

Welke organismen hebben geen celkern?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 25 - Quizvraag

Welke groep komt er na de groep 'klassen'?
A
Soorten
B
Geslachten
C
Stammen
D
Orden

Slide 26 - Quizvraag

Welk rijk hoort niet bij de eukaryoten
A
Dieren
B
Planten
C
Archaea
D
Chromista

Slide 27 - Quizvraag

Schimmels hebben een celwand
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

zelfstandig werken:

- maak opdracht 1-6 van b 3.1 
- dit doe je zelfstandig in stilte
- na 10 minuten mag je je vinger opsteken

- je hebt 20 minuten de tijd
- naderhand bespreken we vragen 1-3



wat?
hoe?
hulp?

tijd?
uitkomst?




Slide 29 - Tekstslide