Thema 3: BS 1 - steeds kleinere groepen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welkommm
Tassen van tafel
Laptop en schrift op tafel

Slide 3 - Tekstslide

Regels/Afspraken
  • Telefoon in de kluis of tassen -> zie ik je telefoon -> 16:00 ophalen bij de receptie
  • Niet eten in het lokaal, drinken mag wel (water) -> geen energydranken
  • Respectvol met elkaar omgaan
  • Niet schelden
  • Er wordt niet gestoeid/gevochten
  • We praten allemaal Nederlands
  • Luisteren naar elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • BS 1: steeds kleinere groepen
  • Leerdoelen checken
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken. 
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij verdere indeling van een rijk

Slide 6 - Tekstslide

BS1: Steeds kleinere groepen

Slide 7 - Tekstslide

  • Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken. 
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk. 



Slide 8 - Tekstslide

  • Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken. 
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk. 



stof
leer
kunstof
hoge hak
lage hak
geen hak
veter
instapper
bruin
blauw
rood/roze

Slide 9 - Tekstslide

Ordening en evolutie

Slide 10 - Tekstslide

ordenen


Bij ordenen verdeel je een verzameling organismen in groepen met hetzelfde kenmerk. = een eigenschap waarmee je een organisme kan onderscheiden van andere organismen

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdgroep en rijken
Biologen gebruiken de kenmerken van cellen om organismen te ordenen. Ook kijken ze naar de kenmerken van het DNA.

Organismen worden eerst in twee hoofdgroepen ingedeeld:
Prokaryoten en Eukaryoten

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdgroepen en rijken
Pro - karyoot= voorafgaand celkern                              eu - karyoot = cel met celkern

Prokaryoten --> organismen met cellen zonder celkern
Eukaryoten --> organismen met cellen met celkern

Slide 13 - Tekstslide

Celkenmerken
  • Celkern: prokaryoten hebben geen celkern, eukaryoten wel.
  • Celwand: dieren hebben het niet.
  • Bladgroenkorrels: alleen planten.

Slide 14 - Tekstslide

Eukaryoten

- Eencellig = organisme bestaat, maar uit 1 cel
 
- Meercellig = organisme bestaat uit 2 of meerdere cellen




Slide 15 - Tekstslide

Celkenmerken
Celkern
Celwand
Celmembraan
bladgroenkorrels
Meercellig
Archea
Bacteriën
Planten
Dieren
Schimmels

Slide 16 - Tekstslide

Celkenmerken
Celkern
Celwand
Celmembraan
bladgroenkorrels
Meercellig
Archea
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Bacteriën
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Planten
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Dieren
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Schimmels
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Prokaryoot
Eukaryoot

Slide 17 - Tekstslide

Steeds kleinere groepen
Op basis van kenmerken worden steeds kleinere groepen gemaakt

Slide 18 - Tekstslide

Blz 175

Slide 19 - Tekstslide

Vertakkingsschema
De indeling van organismen in steeds kleinere groepen, kan je weergeven in een vertakkingsschema.
Voorbeeld:




stam
klasse
orde 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een eukaryoot en een prokaryoot?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Welk rijk heeft cellen zonder celkern?
A
dieren
B
bacterien
C
schimmels
D
planten

Slide 24 - Quizvraag

Welk rijk heeft alle celkenmerken?
(celkern, celwand,bladgroenkorrels)
A
bacterien
B
schimmels
C
dieren
D
planten

Slide 25 - Quizvraag

Welk rijk heeft geen celwand?
A
bacterien
B
schimmels
C
dieren
D
planten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 27 - Quizvraag

Welke celkenmerken hebben de rijken?
Bacteriën
Dieren
Planten
Schimmels
Heeft geen celkern. 
Wel een celwand.
Heeft geen celwand.
Wel een celkern. 
Heeft een celkern, celwand en bladgroenkorrels.
Heeft een celkern en celwand,
maar geen bladgroenkorrels.

Slide 28 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
wat
Opdracht 1 t/m 8  + test jezelf van BS 3.1 ONLINE 
Hoe
Lees de tekst van 3.1  Steeds kleinere groepen
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Klaar?

- Maak een samenvatting voor jezelf.
- Maak een begrippenlijst voor jezelf.





Slide 29 - Tekstslide