3m 3.4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik + herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg 3.4
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik?
Waar hebben we het vorige week over gehad?

Slide 4 - Tekstslide

Leenmotieven
  • Tijdelijk geldtekort

  • Dure aankopen

  • Onverwacht dringend geld nodig

  • Aankoop woning 

Slide 5 - Tekstslide

Een lening kost geld
Krediet = geleend bedrag

Kredietkosten = alles wat je meer terugbetaalt dan dat je geleend hebt
  • Dit bereken je door: 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Consumptief krediet
Kredietvormen (blz. 80):
  • Persoonlijke lening

  • Doorlopend krediet

  • Salariskrediet

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Wat de rol van banken is bij vraag en aanbod van geld;
  • Welke voor- of nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart;
  • Wat vreemde valuta's zijn en hoe je de wisselkoers gebruikt;
  • Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke redenen heb je om naar de bank te gaan?

Slide 10 - Tekstslide

Rol van banken in de economie
Banken bemiddelen tussen:
- vraag naar geld en
- aanbod van geld

Slide 11 - Tekstslide

Rol van banken in de economie
Banken bemiddelen tussen:
- vraag naar geld en
- aanbod van geld
spaarders
bank
leners
spaargeld
kredieten
kredietrente
spaarrente

Slide 12 - Tekstslide

Sparen
Beleggen
- geen risico
- lage opbrengst
- risico op verlies
- hogere opbrengst
(koerswinst, dividend)

Slide 13 - Tekstslide

Sparen
Beleggen
- geen risico
- lage opbrengst
- risico op verlies
- hogere opbrengst
(koerswinst, dividend)

Slide 14 - Tekstslide

Sparen
Beleggen
- geen risico
- lage opbrengst
- risico op verlies
- hogere opbrengst
(koerswinst, dividend)

Slide 15 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk vreemde valuta

Slide 16 - Tekstslide

Wisselkoers
Voor het omrekenen gebruik je de wisselkoers 

Er zijn 2 koersen: 
  • De aankoopkoers ('u koopt'): koers die je betaalt als je vreemd geld nodig hebt en euro's verkoopt.
  • De verkoopkoers ('u verkoopt'): koers die je ontvangt als je vreemd geld verkoopt en euro's aankoopt.

Slide 17 - Tekstslide

Vreemde valuta
De wisselkoers is de waarde van € 1 in vreemde valuta.
Je koopt vreemd geld
  • voor € 1 de lage wisselkoers (aankoopkoers / u koopt) in vreemd geld
Je verkoopt vreemd geld
  • voor € 1 de hoge wisselkoers                                                                     (verkoopkoers /u verkoopt)                                                                                                  in vreemd geld

Slide 18 - Tekstslide

Vreemd geld kopen!

Slide 19 - Tekstslide

Omrekenen van vreemd geld naar euro's
Situatie 1
van euro’s naar vreemd 
geld 

=> lage wisselkoers (u koopt / aankoopkoers)


Slide 20 - Tekstslide

Omrekenen van vreemd geld naar euro's
Situatie 2
van vreemd geld terug 
naar euro’s 

=> hoge wisselkoers (u verkoopt / verkoopkoers)


Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2, 3, 4ab, 8 en 10 van paragraaf 3.4

Eerste 5 min in stilte 

Niet af? Huiswerk voor na de kerstvakantie

Klaar? Steek je hand op, dan kom ik kijken. Maak daarna de oefentoets.
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Kahoot

Slide 23 - Tekstslide