Marketing lesweek 2: les 1

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat de eigenschappen zijn van een product. 
  • Je begrijpt dat een product onderdeel is van een assortiment.  
  • Je herkent de verschillende assortimentsdimensies. 
  • Je legt uit wat het verschil is tussen assortiment en verwantschap.  

Slide 2 - Tekstslide

Product
Het is de opzet dat jouw product uniek is en voor de consument echt te onderscheiden is van andere producten.

Slide 3 - Tekstslide

De productmix kun je onderverdelen in 6 deelinstrumenten:

Kwaliteit | Merk | Service | 
Garantie | Verpakking | Assortiment

Slide 4 - Tekstslide

Het product is meer dan alleen het product. Omschrijf de 3 onderdelen
waaruit een product bestaat.

Slide 5 - Open vraag

Fysieke product: afmeting, gewicht, materiaal, vorm.

Uitgebreide product: verpakking, de service,
de garantie.

Slide 6 - Tekstslide

Totale product: gevoel, beleving, imago, status.

Imago: De Lewis Hamilton schoenen van Puma | Schoenen 2020

Slide 7 - Tekstslide


  • Functie
  • Eigenschappen
  • Kwaliteit
  • Naamgeving
  • Vormgeving
  • Kleur
  • Imago
  • Maten
  • Service 
  • Garantie
Product


Slide 8 - Tekstslide

Marketingmix Coca Cola

Slide 9 - Tekstslide

  • Functie: zoete frisdrank voor iedereen
  • Kwaliteit: constante kwaliteit en smaakgarantie
  • Merknaam: wereldwijd goed klinkende en gemakkelijke naam
  • Vormgeving en kleur: vernieuwend logo en herkenbaar flesje
  • Imago: mysterieus imago door geheimhouding recept 
  • Maten: van flesje --> blikje, van literfles --> twee literfles
  • Varianten: Vanilla, Cherry, Zero, Light etc
Product


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De P van Product kun je weer onderverdelen in 6 deelinstrumenten. De Productmix, welke 6 zijn dat?

Slide 12 - Open vraag

Wat is géén productaspect?
A
het fysieke product
B
het totale product
C
het optimale product
D
het uitgebreide product

Slide 13 - Quizvraag

Productgroep = groep producten die
  • Zelfde behoefte bevredigen, en/of
  • Samen worden gebruikt, en/of
  • Zelfde type verkooppunt hebben, en/of
  • Zelfde productieproces hebben

Slide 14 - Tekstslide

Assortiment
= geheel productgroepen, producten, productvarianten en merken

Slide 15 - Tekstslide

Dimensies assortiment
Breedte :  Het aantal verschillende productgroepen.
Diepte:      Het aantal artikelen binnen een productgroep (keuze).
Lengte:     Het gemiddelde aantal dat per product aanwezig.
Hoogte:    De gemiddelde prijs van de producten. 

Slide 16 - Tekstslide

Assortimentsbreedte en -diepte
De assortimentsbreedte wordt bepaald door het aantal artikelgroepen dat een winkel heeft.
Veel = breed / Weinig = smal

De assortimentsdiepte wordt bepaald door het aantal artikelsoorten dat de winkel heeft.
Veel = diep / Weinig = ondiep

Slide 17 - Tekstslide

Assortimentshoogte en lengte
De hoogte van het assortiment wordt bepaald door de gemiddelde prijs van de productgroepen. 
Duur = hoog/ goedkoop = laag

De lengte van het assortiment wordt bepaald door het aantal artikelen dat op voorraad ligt. 
Veel= lang/ Weinig = kort

Slide 18 - Tekstslide

Elzinga Kousen heeft een

A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
smal assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 19 - Quizvraag

Action is een warenhuis, het assortiment is.....
A
Breed
B
Diep
C
Lang
D
Smal

Slide 20 - Quizvraag

Het assortiment van een Albert Heijn XL en een buurtsuper zijn:
A
ongeveer even diep
B
ongeveer even breed
C
ongeveer even smal
D
ongeveer even lang

Slide 21 - Quizvraag

Een product beschrijven kan aan de hand van de eigenschappen van het product. Welke drie eigenschappen zijn dat?
A
De fysieke, ontworpen en uitgebreide eigenschappen
B
De fysieke, uitgebreide en afgeleide eigenschappen
C
De ontworpen, uitgebreide en afgeleide eigenschappen
D
De fysieke, ontworpen en afgeleide eigenschappen

Slide 22 - Quizvraag

Bij het totale product onderscheiden we fysieke, toegevoegde en afgeleide eigenschappen. Het parfum Eau d'Aqua heeft verschillende eigenschappen.
Wat is een voorbeeld van een afgeleide eigenschap?
A
De flacon is gemaakt van kristal en heeft de vorm van een pioenroos
B
Een flacon van 75ml kost € 129,95.
C
De flacon is verpakt in een kistje van notenhout met goudopdruk.
D
Eau d'Aqua staat voor een reis naar de essentie, waarin schoonheid ligt verborgen.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vonden we deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Opdrachten
Opdrachten uit het boek 4.01 t/m4.10

Slide 25 - Tekstslide