Sociaal netwerk - Lesweek 8

Vak: Sociaal netwerk
Semester: 3
Docenten: Mark van Lier en Zainab Zerty
Lesweek: 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vak: Sociaal netwerk
Semester: 3
Docenten: Mark van Lier en Zainab Zerty
Lesweek: 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Licentie check

Iedereen dient een licentie te hebben van ThiemeMeulenhoff. Daarnaast heb je ook een werkende laptop met oplader. Zonder deze onderwijsmiddelen kan je mijn lessen niet deelnemen. Je wordt uit de les uitgestuurd en in die tijd mag je de onderwijsmiddelen regelen. Als het geregeld is, mag je de les weer in. Of je hebt een rode kaart die getekend is door de coördinator. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


ThiemeMeulenhof code invoeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerder malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de (online) les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Bij te laat komen van de (online) les, is het jouw verantwoordelijkheid om aan het einde van de (online) les aan te geven bij de docent dat je aanwezig bent. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Korte terugblik
  • Theorie
  • Zelfstandig werken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Privacywet
  • Beroepshouding
  • Zwijgplicht
  • Geheimhoudingsplicht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als een cliënt jou iets in vertrouwen vertelt, dan verplicht het beroepsgeheim je om die informatie geheim te houden. Op die manier bescherm je de vertrouwensrelatie met de cliënt.

In uitzonderlijke gevallen mag je jouw zwijgplicht verbreken. Dan spreken wij over......
A
Spreekplicht
B
Geheimhoudingsplicht

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt dus spreekplicht. Wanneer kan je dit inzetten?

Noem een voorbeeld.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een etiquette?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
- Aan het eind van deze les kan je uitleggen je wat dementie inhoudt.

- Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de 3 domeinen zijn van SBD.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:10
Wat waren de 14 afbeeldingen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Iemand met alzheimer krijgt moeite met alledaagse dingen zoals plannen maken, beslissingen nemen en een gesprek volgen.

Vasculaire dementie is een van de meest voorkomende soorten dementie. Veel mensen die deze vorm krijgen, hebben hart- en vaatziekten (gehad). Wat opvalt is dat ze langzamer gaan denken, spreken en handelen. Ook kunnen ze zich moeilijk concentreren.

Frontotemporale dementie (FTD) komt vaak op jongere leeftijd voor. Veranderingen in het gedrag vallen meestal als eerste op. Ook de taal, spraak en motoriek kunnen aangetast zijn.

Een kenmerk van Lewy body dementie is een sterke schommeling in de geestelijke achteruitgang. Ook kan iemand verschijnselen van de ziekte van Parkinson hebben. Denk aan het beven van lichaamsdelen, stijfheid en een afwijkende manier van lopen. 


Afasie: Moeite met praten en begrijpen van taal.

Apraxie: Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen.

Agnosie: Problemen met het herkennen van voorwerpen.

Denk aan: problemen met logisch denken, plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten.

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cognitieve stoornis Afasie?
A
is de stoornis die leidt tot het onvermogen om opeenvolgende bewegingen in de juiste volgorde te laten verlopen.
B
is de stoornis in het taalgebruik en/of stoornis in het taalbegrip
C
betekent dat iemand wel zintuiglijke informatie kan opnemen, maar niet meer kan herkennen wie of wat hij waarneemt.
D
Geen van alle drie de antwoorden.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Problemen met het herkennen van voorwerpen.
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie

Slide 18 - Quizvraag


Afasie: Moeite met praten en begrijpen van taal.
Apraxie: Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen.
Agnosie: Problemen met het herkennen van voorwerpen.
Denk aan: problemen met logisch denken, plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten.

Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen.
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie

Slide 19 - Quizvraag


Afasie: Moeite met praten en begrijpen van taal.
Apraxie: Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen.
Agnosie: Problemen met het herkennen van voorwerpen.
Denk aan: problemen met logisch denken, plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies