verkeer les 4. herhaling en oefening

verkeer les 4 
herhaling en oefening
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijISK

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

verkeer les 4 
herhaling en oefening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd.
  • woorden over verkeer
  •  welke regels zijn er in het verkeer
  • welke soorten verkeersborden zijn er
  • wat betekenen die borden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de vrachtwagen
het stoplicht
de bus
de straat
het kruispunt
de scooter
de fiets

de stoep/het trottoir
het zebrapad
het verkeersbord

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

regels
  • rechtdoor op dezelfde weg gaat voor
  • gewone kruising: Als je fietst, moet je voorrang geven aan iedereen die van rechts komt rijden
  • voorrangsweg: Als je fietst, moet je voorrang krijgen van iedereen die uit de zijweg komt rijden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkblad voorkant.

Maak dit werkblad alleen. 
We gaan er daarna samen naar kijken. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie mag eerst?
1. de jongen op de fiets
2. de jongen met de hond

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie mag eerst?
  1. de jongen
  2. het meisje 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet Nicole voor laten gaan?
  1. Ze moet de ambulance voor laten gaan. 
  2. Ze moet alleen de fietser voor laten gaan
  3. Ze moet de ambulance en de fietser voor laten gaan.
  4. NIemand ze mag zelf voorgaan.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie mag eerst?
1, de brandweer
2. de fietser

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie mag eerst en wie daarna..?
  1. Sterre- de fietser- de voetganger.
  2. de voetganger - de fietser - Sterre
  3. de fietser - Sterre - de voetganger

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor wie moet de fietser stoppen?
1. de jongen bij het zebrapad
2. de mevrouw met de rollator
3. allebei

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten verkeersborden
pas op bord (waarschuwingsbord)
je moet hier bord ( gebodsverbod)
je mag hiier niet bord (verbodsbord)
kijk hier bord

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

quiz
kaartjes blauw groen oranje paars.
Hoeven ze niet in te loggen.
werkblad achterkant
Maak dit werkblad alleen.
We gaan er daarna samen naar kijken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer hoort bij het verkeersbord
1. bij dit bord staat een stopstreep op de weg.
2. bij dit bord staan haaientanden op de weg.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer hoort bij het verkeersbord.
1. Na dit bord fiets ik niet meer op een voorrangsweg
2. Bij dit bord staat een stopstreep op de weg.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel nummer hoort bij het verkeersbord.
  1. Als ik fiets moet ik voorrang krijgen van auto's/ fietsers van rechts.
  2. Als ik fiets moet ik voorrang krijgen van auto's/ fietsers van links en rechts 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel nummer hoort bij het verkeersbord
1,Bij dit bord staan haaientanden op de weg.
2. als ik fiets, moet ik voorrang krijgen van auto's en fietsers van rechts.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer hoort bij het verkeersbord.
1. Bij dit bord staat een stopstreep op de weg.
2. Na dit bord fiets ik niet meer op een voorrangsweg.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies