Les 6: De regering bestuurt het land

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 6: De regering bestuurt het land
Maatschappijkunde Basis 4
2024-2025
POLITIEK

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de taken van de regering zijn (R)
  • Je kunt uitleggen welke rol de koning speelt bij de taken van de regering (R)
  • Je kent het verschil tussen een monarchie en een republiek en kunt hiervan voorbeelden noemen (T)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De koning
We noemen Nederland een monarchie omdat we een land zijn met een koning
of koningin. Koning Willem-Alexander is ons staatshoofd, maar hij heeft in de
praktijk weinig macht. Dat is ook logisch, want wij hebben hem niet gekozen.
Hij is geboren als oudste zoon van prinses Beatrix. 

Dus hij is door erfopvolging staatshoofd geworden. De koning is onschendbaar: hij hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet of waarom hij iets doet. Als er vragen komen over iets wat hij heeft gezegd of gedaan, dan moet de premier of een minister uitleg geven. Dit heet ministeriele verantwoordelijkheid. De koning moet zich wel aan de wet houden: onschendbaar betekent niet dat hij geen boete krijgt als hij door rood rijdt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van de koning
Onze koning heeft als staatshoofd drie taken:

  • Als het parlement een wet heeft aangenomen, zet de koning er zijn handtekening onder. De koning tekent ook de zogenaamde Koninklijke Besluiten. Dit zijn de besluiten die het kabinet mag nemen zonder het parlement om toestemming te vragen. Bijvoorbeeld de benoeming van een burgemeester. 
  • Als er een nieuwe regering is gevormd, worden de ministers en staatssecretarissen door de koning beëdigd. 
  • Elk jaar op de derde dinsdag van september leest de koning in de Ridderzaal de troonrede voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het komende jaar. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor of tegen de monarchie
De koning heeft dus geen macht. Maar voor veel Nederlanders is hij een belangrijk persoon. Bij feestelijke of dramatische gebeurtenissen spreekt hij de bevolking toe. Zo zorgt hij ervoor dat Nederlanders zich met elkaar verbonden voelen.

Andere mensen zijn tegen de monarchie. Ze willen dat Nederland een republiek wordt, zoals de Verenigde Staten en Frankrijk. In een republiek is het staatshoofd een president die meestal wordt gekozen door de bevolking. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kabinet
De termen kabinet en regering worden vaak door elkaar heen gebruikt. Maar er is wel een verschil. Het kabinet bestaat uit alle ministers en hun staatssecretarissen samen, dus zonder de koning. Het kabinet is het dagelijks bestuur van Nederland. De ministers geven leiding aan de ambtenaren op hun ministeries en hebben een eigen werkterrein. Zo moet de minister van Justitie en Veiligheid de criminaliteit bestrijden. 

De meeste ministers hebben een staatssecretaris naast zich, een soort onderminister die een deel van het beleid van de minister regelt. De minister van Buitenlandse Zaken heeft bijvoorbeeld een staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. Voor alles wat de ambtenaren en de staatssecretarissen doen zijn de ministers politiek verantwoordelijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van de ministers
Ministers hebben drie hoofdtaken:

  • Bedenken van wetsvoorstellen. Ministers maken plannen voor nieuwe wetten. De Eerste en Tweede Kamer stemmen over elk wetsvoorstel en bepalen of de wet er ook echt komt. 
  • Uitvoeren van aangenomen wetten. Stel dat het parlement een wet goedkeurt om meer jongeren aan het werk te krijgen. Dan moet de minister ervoor zorgen dat bedrijven hieraan gaan meewerken. 
  • Maken van de begroting. Ministers maken ieder jaar een begroting van hun ministerie. Dit is een overzicht van de inkomsten en uitgaven. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag
Op Prinsjesdag wordt de rijksbegroting gepresenteerd: de begroting van alle ministeries samen. Op Prinsjesdag komt de regering ook met de miljoenennota: een gedetailleerd overzicht van alle plannen van het kabinet voor het komende jaar.

In de dagen na Prinsjesdag houdt de Tweede Kamer de algemene beschouwingen: een debat over de plannen van het kabinet met de minister-president. Dan kunnen de partijen nog allerlei wijzigingen en andere plannen voorstellen. Vooral partijen die niet in de regering zitten, zullen dat proberen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Examenkatern Politiek (Essener)
Opdracht 5 t/m 12
(blz. 46-48)
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende keer
Invullen: begrippen en samenvatting H6 (blz. 49) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen H5
  • Kabinet
  • Regering
  • Kabinetsformatie
  • Coalitie
  • Beleid
  • Regeerakkoord
  • Minister
  • Staatssecretaris
  • Prinsjesdag
  • Troonrede
  • Miljoenennota
  • Rijksbegroting
  • Algemene beschouwingen
  • Constitutionele monarchie
  • Erfopvolging
  • Ministeriele verantwoordelijkheid
  • Onschendbaarheid van de koning

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies